Hoe kom je in Noord Spanje? Die vraag heeft Edwin een tijd bezig gehouden. Langs de Franse kust naar het zuiden zeilen tot aan de Pyreneeën en via de Spaanse noord kust naar het westen varen lijkt logisch.
Maar dat is het niet.
In deze tijd van het jaar wordt het gebied ten zuiden van Bordeaux en ten oosten van Santander geplaagd door windstilte.
En dan zijn er ook nog de Galerna's, een zeer sterke zeewind die op hete dagen in Noord Spanje onverwacht de kop op kan steken en kortdurende en stormachtige wind kan brengen vlak bij de noordkust. Het is hier dus alles of niets, hmmm.
Van andere zeilers die de oversteek net hebben volbracht horen wel allerlei tips, en ook de Reeds Almanak en zeil tijdschriften hebben de nodige informatie.
Uiteindelijk hebben we besloten om eerst naar Ile de Yeu te zeilen en dan de 250 mijl naar Gijon te doen wanneer het weer stabiel en de wind gunstig is.
Alle alternatieven lijken slechter. Verder naar het zuidoosten in Frankrijk (La Rochelle, Les Sables d'Olonne, Gironde invaart) is ook lang varen en brengen je naar het oosten en dus verder af van je uiteindelijk bestemming, La Coruna.
Dus gaan we op Ile d' Yeu wachten op goed weer en een gunstige windrichting.
Edwin kijkt daarom al ruim een week op weer websites met zeer veel belangstelling voor de Golf van Biskaye.
Er lijkt een weer-window van 3.5 dagen te zijn, van zondag ochtend tot woensdag middag. Dan zal de wind Noordwestelijk, noordelijk of noordoostelijk zijn, onder de invloed van en hogedrukgebied boven de Azoren.
Voorafgaand zal er echter nog een front zijn, wat Ile d' Yeu passeert in de vroege ochtend van zondag 18 augustus en wind vlagen tot kracht 8 kan brengen. Direct na de passage van het front zal de wind gaan ruimen van zuidwest naar noordwest.
Deze informatie wordt op 3 verschillende plaatsen gechecked en consistent bevonden.
De beslissing is dus: we vertrekken zondag ochtend 0800, maar alleen als de wind al geruimd is naar NW.
Er kan dan nog deining staan van de harde wind van de nacht, maar omdat de harde wind maar van korte duur was hebben we daar niet veel van te duchten.
Zogezegd, zo gedaan. Om 0800 worden de twee Franse zeiljachten die naast ons liggen vakkundig verhaald (door twee nieuwe landvasten al vast te maken voor wij ons schip ertussen uit varen).
Deze manoeuvre heeft de nodige voorbereiding gehad, de dag ervoor, en moet op de dag zelf in Engels, Frans en Frans vertaald naar Engels met de schippers besproken worden, maar pakt goed uit.
Temeer omdat Stef net op tijd uit de veren is om zeer kundig het schip de haven uit te sturen en Edwin vanf de steiger de Bleu Magenta kan afhouden en er op het laatste moment op kan springen. Het gaat precies goed, ook tot opluchting van de twee andere boten die een minuut later weer netjes aan de steiger liggen.
Dan varen we langs Ile d' Yeu en genieten nog na van het eiland. Gisteravond hebben we een leuke wandeling door het havenstadje van dit eiland gemaakt (ongeveer even groot als het Tjeukemeer).
Aan de zuidkaap van het eiland willen we koers 219 graden op de automatische piloot zetten, maar dat is eerst nog niet mogelijk door de deining.
We zetten gereefd zeil en varen een meer zuidelijke koers die bij de huidige golven en wind goed te doen is. In het begin zijn de golven nog hoog en is onder de luwte van het eiland de wind nog niet zo sterk en remt de boot flink af als we een golf opklimmen. We zetten daarom even de motor bij en zoeken de juiste balans. Met golven is het net als met taart, je moet ze op de juiste manier aansnijden.
Als we 3 mijl van het eiland af zijn worden de golven duidelijk minder (geen interferentie van weerkaatste golven meer) en zetten we koers naar Gijon.
De wind blijkt een mooie 14 - 18 knopen uit het WNW te zijn die ons de eerste uren een gemiddelde snelheid van 8.1 knopen speed over ground. Dat is veel beter dan we hadden ingecalculeerd, dit gaat als een trein!
We moeten wel wennen aan de deining (lange golven die langzaam het hele schip optillen en daarmee ons uitzicht verbeteren (op de top van de golf), of alle uitzicht weghalen (in het dal van de golf).
We moeten nog wat hoogte lopen om vrij te blijven van een uitgestrekte ondiepte, en komen dan na een aantal uren in diep water. De dieptemeter houdt er bij op na 183 meter, maar de kaart zegt dat het hier 4 kilometer diep wordt. Wel zien we af en toe een diepte van 36 meter, of 64 meter (maar de bodem is hier niet). Zouden dat walvissen zijn die diep onder ons doorzwemmen? De walvissen laten zich niet zien, al denken Sjouke Lute en Laurens Hendrik wel dat ze in de verte iets hebben gezien. Andere zeilers hebben op dit traject wel walvissen gezien, of de water pluim van het uitademen van een walvis.
Maar 250 mijl (463 km) is een heel lang stuk, onze langste tocht tot zover. We zeilen de hele dag en de hele avond. Julia en Sjouke Lute maken samen ons avondeten klaar, wat nog een hele klus is bij 20 graden scheef liggen over bakboord plus de beweging door golven.
Maar de macaroni met spinazie lukt helemaal en smaakt voortreffelijk op het achterdek.
Het is erg rustig op het water. We zien tijdens de overtocht in totaal een vrachtschip, een zeiljacht een dozijn vissersschepen. Maar vooral zien we water, lucht en leegte.
Dan komt de zonsondergang en gaan we met wachten werken. Gezien de omstandigheden hebben we dubbele wachten. Sjouke Lute en Maaike Grytsje doen de twee uur rond de zonsondergang.
en dat gaat vlekkeloos, en, ook belangrijk, met 7.5 knopen gemiddelde snelheid.
Voor het donker wordt reven we uit voorzorg ook het grootzeil zodat we vannacht veilig kunnen doorzeilen. Ook maken we de cockpit extra veilig door een vangnet aan de achterkant te spannen, en een extra lijn te spannen boven de tafel van de cockpit. Hierdoor kun je van af de salon direct je lifeline bevestigen, en pas dan de cockpit betreden.
Edwin en Marttje doen de wacht van 22:00 tot 02:00. Het wordt nacht en we zien veel sterren,
de melkweg en zelfs een paar vallende sterren. Later komt de maan op, die, twee dagen na volle maan, nog heel groot is en veel licht geeft.
Rond één uur 's nachts zien we lampen aan de horizon, dit zijn schepen. En blik op de radar wijst uit dat dit een stuk of zeven schepen zijn die dicht bij elkaar varen.
Dat zullen dat wel vissers zijn. We houden koers, want het gaat nog steeds lekker.
En half uur verder heeft de vissersvloot zich in onze richting verplaatst en is wat uitgezwermd. Omdat we niet veel kunnen oploeven of afvallen (vanwege de deining is onze koers de snelste, de juiste naar Gijon en de meest comfortabele), wagen we het erop en zeilen door.
Maar de vissers zijn bezig met het uitoefenen van hun beroep en houden op geen enkele manier rekening met onze aanwezigheid. Misschien zien ze ons ook wel niet.
De juiste uitwijk manoeuvre kiezen is lastig omdat we de boordlichten niet goed kunnen zien. Door de deining zie je alleen de toplichten (en de overdaad aan felle schijnwerpers die deze vissers gebruiken), maar de voor ons essentiële rode of groene boordlichten zien we niet.
Op basis van de radar moeten we dus een kant kiezen. De eerste keuze pakt fout uit, we moeten met nog 300 meter tussenruimte weer overstag. Dan draait ook het vissersschip en vaart verder met ons mee, dan maar weer overstag.
Uiteindelijk moeten we in het donker binnen een half uur acht keer overstag om 4 vissers te ontwijken.
Wel vrij absurd dat op de golf van Biskaye die zo onnoemelijk groot is alle vissers in een stukje varen van nog geen 4 bij 4 mijl.
Dit moet wel de hotspot van de vissen zijn.
Daarna keert de rust weer terug en kunnen Marttje en Edwin even uitblazen en de adrenaline laten wegvloeien. Saillant detail, misselijkheid en zeeziekte verdwijnen direct als je een adrenaline rush krijgt, wel zo handig met overstag gaan.
Dan zijn om 02:00 uur Stef en Julia aan de beurt. Ook zij gorden zich met dubbele lifelines aan en houden koers naar Gijon. Edwin helpt ze op weg, doet de hand-over en gaat om 02:30 een poging tot slapen doen. Maar eerst kijkt hij nog op het navigatie scherm en ziet dat we op precies dit moment over de grens van Frankrijk naar Spanje varen!
Tijdens deze wacht is het veel rustiger met schepen, maar verdwijnt ook langzaam de wind. Stef besluit om 05:15 de motor aan te zetten. Hij kiest een laag toerental en zet de zeilen strak zodat we een zo stabiel mogelijke vaart hebben om de slapenden rust te gunnen.
Na zonsopgang komt Julia om Edwin wakker te maken die het weer overneemt.
De hele nacht is onze lichtmatroos Laurens Hendrik aan dek gebleven. Hij koos ervoor om op een geïmproviseerd bed aan dek te rusten, wat hem bij deze deining beter bevalt dan slapen in zijn hut. Ook ziet hij met eigen ogen, voor het eerst in zijn leven, vallende sterren!
In de dag erna, evalueren we de wacht en besluiten dat Laurens Hendrik de beste bijdrage heeft geleverd door de hele nacht (met onderbreking van in totaal slechts 8 minuten) aan dek te blijven. We promoveren hem daarom nu tot volmatroos ("Ben ik dan eerst niet zwaarmatroos", vraagt Laurens Hendrik).
De volgende dag is zonnig, warmer en met weinig wind. De wind is gedraaid naar noordoostelijk en varieert tussen 1 en 3 beaufort. Omdat we geen zin hebben in een langdurige dobberpartij, laten we de motor draaien tot we in de haven zijn.
Dat is nog een pittig lang stuk, maar geeft iedereen tijd voor andere zaken. Zo lukt het Stef om overdag 8 uren te slapen, maar hij heeft dan naar eigen zeggen ook geen werkend bioritme (wat bij studenten meer schijnt voor te komen).
In de warme ochtendzon blijkt de zee prachtig diepblauw te kleuren en zetten we ons zonnescherm over de cockpit (een bimini).
Degenen die wakker zijn kijken lekker ontspannen over het water over de nu comfortabel geworden deining. De rest leest een boek, speelt een spelletje, probeert walvissen te spotten of knapt een uiltje.
Uiteindelijk lopen we de haven om 20:30 aan. Dit is 250 mijl in 36 uur, terwijl we hadden ingecalculeerd dat het wel eens 45 uur zou kunnen duren. Een hele meevaller.
Nu eerst lekker pitten en dan morgen vieren dat we in Spanje zijn.
Edwin
Reactie plaatsen
Reacties