We zijn door het Kanaal van Korinthe heen en varen nog ongeveer 10 mijl door naar het westen naar het havenstadje Kiato - hier ligt het veel rustiger dan in het rumoerige Korinthe. Er is een marina en een stuk voor grote schepen, waar welgeteld een oude sleepboot ligt (die uiteraard Heracles heet), en een vissersboot. De rest van 200 meter kade is helemaal leeg. We speuren de kade af en zien een Electra-paal. Daar gaan we aanleggen - en verhip - één van de vier aansluitingen werkt en zo hebben we stroom. Een havenmeester komt niet opdagen dus het is ook nog allemaal gratis.
De haven heeft prachtig schoon water en dus duiken we er snel in om af te koelen - dat moet ook wel, want elke dag is nu een paar graden warmer dan 30 Celsius.
We halen in de avond nog een lekker ijsje en gaan daarna lekker slapen. De nachten zijn zoel en loom - als je je eraan overgeeft kun je prima slapen, maar begin je je te ergeren aan het wegblijven van avondkoelte dan heb je het moeilijk.
De volgende ochtend is er een ander probleem - hoe komen we aan water? Door het vaak zwemmen en evenzovaak douchen is de voortank helemaal leeg - die moet vol voor we weer verder kunnen. Bij een verkenningswandeling gisteravond heeft Edwin een werkende kraan gevonden in de marina 300 meter verderop, maar die ligt vol kleine bootjes zodat we daar niet aan de kade kunnen afmeren. Bovendien is het vlak bij de kade minder dan twee meter diep, zodat we de grond zouden kunnen raken.
We besluiten tot een zeer ongebruikelijke actie - op 8 meter van de kade aanmeren aan een boei, en met de rubberboot een zeer lange tuinslang overbrengen naar de kraan aan land. Dit soort capriolen zou normaal gesproken gevaarlijk zijn - maar het is helemaal windstil - dus we kunnen nergens heen drijven en dus ook geen schade veroorzaken aan de vele open boten die hier liggen. Er is geen mens te zien op de boten of op de kade - dus we veronderstellen maar dat we dit mogen doen.
Sjouke Lute en Laurens Hendrik vinden het gaaf om deze actie te doen. Gewapend met 3 tuinslangen-met-koppelstukken en een pikhaak springen ze in de rubberboot. Dan verhalen we die naar een afgemeerd open bootje, terwijl we de lange voorlijn van de rubberboot vastbinden op de boeg van de Bleu Magenta.
De slang gaat via 4 paar handen voor hij bij de vul-opening van de watertank heeft bereikt. Het water is zeer warm - naar schatting 50 graden - omdat een deel van de leiding in de volle zon staat - we laten het aller-warmste over ons dek lopen - we willen immers geen legionella in onze tank.
Twintig hete minuten op het voordek verder is de tank weer helemaal vol - we kunnen nu naar een mooie ankerbaai (zie volgende blog).
Reactie plaatsen
Reacties