Vanaf Poros varen we naar het eilandje Agistri, wat ten westen van het veel grotere Aegina ligt. We moeten eerst op de motor en kunnen later zeilen.
René en Margreet mogen beiden een stuk sturen - dat gaat prima.
Dan is er aan boord een lunch-buffet.
Tijdens de lunch varen we in de buurt van een Ferry afkomstig van Aegina.
De wind haalt aan tot 20 knopen en we gaan hard met halve wind naar de haven.
We leggen aan op de buitenkade van de haven. Er staat niemand op de kade dus springt Maaike Grytsje met een reuze-sprong op de kade om onze achterlijn vast te maken - dat is nog een flink gesjor, maar gelukkig zijn er een vader en een zoon die na enig aandringen van onze kant bereid zijn mee te trekken aan het touw. Met vereende krachten komen we waar we willen zijn - en dan zijn we klaar voor de dag - denken we.
Maar dat blijkt niet waar. Terwijl we nog bezig zijn ons schip goed vast te maken aan de kade, komt er een zeilschip aan met maar één persoon aan boord dat voor de wind wil vast maken aan de kopse kant van de kade - een lastige manoeuvre en dus nemen we snel de lijnen aan. De schipper is Nederlander, blijkt Jan te heten en hij vaart mee met een Flottielje die een week vanaf Athene in dit gebied zullen zeilen.
Dan zien we nog iemand in datzelfde T-shirt op de kade lopen die ons vertelt dat er nog 10 schepen aan komen, die allemaal in deze haven willen aanmeren. Maar daar is helemaal niet genoeg plaats voor.
Niet veel later willen we van boord om het stadje te bekijken maar dan komt er een schip aan dat naast ons wil afmeren en grote problemen heeft het anker goed uit te werpen. Uiteindelijk komen ze in aanraking met onze ankerketting - blijven gelukkig met hun schroef vrij van de onze ankerketting - maar na een paar keer heen en weer varen zit hun anker vast aan onze strak gespannen ketting. We merken dat doordat onze ketting hard begint te trillen. We roepen de schipper aan die het ook al begrepen had maar met de harde wind niet in staat is zich uit deze situatie te manoeuvreren. Ondertussen lopen we zelf gevaar - als ons anker los wordt getrokken komen we op lagerwal met een wind van in vlagen 5 Beaufort. Dus brengen we extra stootwillen aan tussen ons hek en de kade. Maar dan zien we dat het andere schip nu finaal vast zit in onze ketting - dus wordt het tijd in te grijpen - Sjouke Lute en Edwin springen in onze rubberboot - die gereed aan bakboord ligt - en brengen dan een van de Flottielje leiders aan boord van het andere schip. Ook nemen we een lijn en een pikhaak mee om het anker los te maken. We zette de flottielje leider met onze pikhaak over op het andere schip. Vanaf de boeg probeert hij het anker van onze ketting af te krijgen -- een zeer lastige klus Uiteindelijk lukt het ons vanuit de rubberboot om dit anker los te krijgen - we kunnen er met onze handen bij en blijken sterk genoeg voor dit sjouwwerk - wel goed oppassen dat het anker niet met de punt op onze rubberboot valt en deze lek maakt..
De Bleu Magenta is gered, het andere schip is los en kan wegvaren.
Direct daarna begint de volgende crisis. Dertig meter verder op de kade is een middelgroot blauw motorjacht vertrokken en heeft daarbij een anker van een ander schip helemaal los gevaren. Omdat we met de rubberboot hier varen kunnen we dat probleem voor hen in twee minuten oplossen - Sjouke Lute trekt het anker los en houdt dat in de hand - want dit zekert een schip wat nu tegen de kade aan zal stoten omdat het anker los is. Het blauwe motorjacht is met de noorderzon vertrokken - zonder zich te bekommeren over het lot van het schip wat nu geen anker heeft. Maar van welk schip is dit anker eigenlijk?
Dan zien we iemand die op de kade staat te springen - dat blijkt George te zijn die met duikbril in het water springt om zijn anker weer op nieuw te werpen. We kunnen hem helpen met de rubberboot om het anker zo ver mogelijk weg te brengen, en op de juiste positie, haaks ten opzichte van de kade muur. Hij is ons zeer dankbaar voor de snelle interventie.
Als we onze pikhaak weer terug gevorderd hebben uit de boot begint de derde crisis. Een ander schip uit hetzelfde flottielje probeert nu naast ons te ankeren, en zij raken ook in ons anker verstrikt, halen hun anker op en dan is ons anker helemaal los van de bodem. Maaike Grytsje ziet het gevaar voor de Bleu Magenta, start de dieselmotor en begint vooruit te varen. Door onze achterlijnen aan de kade komen we niet ver, maar zo blijven we in ieder geval los van de kade, zodat ons hek geen schade oploopt.
Twee andere schepen aan onze kade hebben al deze capriolen met stijgende verbazing en groeiende angst aangekeken en vertrekken ijlings, om schade aan hun schip te voorkomen.
We moeten dus los van de kade - doen een nieuwe ankerpoging - gaan weer aan de kade - en met hulp van twee mensen aan de kade krijgen we ons schip weer goed vast. Nu zijn we een plaats op geschoven, niet meer op de uiterste punt van de kade, maar één plek naar binnen.
Dan kan er weer een schip van het flottielje een poging doen aan de kade te komen. De wind staat nu nagenoeg haaks op de kade, dus je zou het anker kunnen uitwerpen en dan rustig met de wind mee naar de kade kunnen laten drijven. Maar de schipper kiest anders en vaart in volle kracht achteruit naar de kade - terwijl de ankerketting onder luid geratel - steeds verder viert. Vele ogen op de kade en op de Bleu Magenta worden groot - dit gaat veel te hard - het schip haalt zelfs de golven in die woest klotsend de kuip in slaan. Het onvoorstelbare wordt dan onvermijdelijk - met een enorm dreun klapt het schip tegen de betonnen kade en de bemanning valt door de schok. Vlak voor de klap kreeg de schipper door dat hij weer vol gas vooruit moest geven - en luttele seconden later is zijn schip dus alweer een paar meter vooruit gevaren - terwijl niemand een lijn heeft kunnen gooien, laat staan aannemen aan de kade. Later bleek dat de ankerlier op het cruciale moment faalde - hij bleef vieren terwijl hij moest blokkeren waardoor de boot dus tegen de kade aankomt. Uiteindelijk kiest de schipper eieren voor zijn geld en gaat verder buitengaats voor anker om van de schrik te kunnen bekomen.
Nu is de bemanning van de Bleu Magenta in opperste paraatheid - als we vier van dit soort gebeurtenissen binnen het uur beleefd hebben - wat staat ons dan nog meer te wachten? Onze rubberboot brengen we pijlsnel in veiligheid in een hoekje van de haven waar geen Flottielje zeiler bij kan. Dan positioneren we ons op beide boorden van de Bleu Magenta twee crew leden met losse boeien klaar om af te houden waar nodig. Een crew lid staat bij de dieselmotor om deze weer aan te zette indien nodig. René en Margreet maken er maar het beste van en gaan op het voordek zitten om het verdere spektakel vanaf de VIP-box te kunnen aanschouwen.
Dan hebben we geluk - het schip wat aan stuurboord naast ons komt doet dat vrij aardig - gezien de hoge moeilijkheidsgraad van harde wind, flinke golfslag en nauwe ruimte om in te manoeuvreren. Met vereende krachten krijgen we die aan de kade. Zo - dat gat naast ons is dicht!
Dan de ruimte naast ons aan bakboord. Hier staan veel mensen aan dek - maar ook zien we vijf blikjes bier open staan op de tafel in de cockpit - ze zullen toch niet zijn gaan pimpelen in het uur dat ze moesten wachten om de haven aan te kunnen lopen? Het angstzweet breekt mij nu pas echt uit - harde wind en moeilijke omstandigheden is tot daar aan toe - maar verminderd beoordelingsvermogen door alcohol kun je daar echt niet bij hebben.
Uiteindelijk valt dit mee - en is het gat bakboord naast ons ook dicht. Dan kunnen we eindelijk gaan zwemmen - hard nodig na het overvloedig zweten van 4 keer crisis op één middag. Ook dat gaat niet zonder problemen - Sjouke Luke en Laurens Hendrik komen in aanraking met een kwal en komen met hevige jeuk terug aan boord - afspoelen met koud water en deppen met azijn brengt gelukkig snel verlichting van de pijn.
Als alle hectiek voorbij is blijkt het niet mogelijk voor iedereen stroom te tappen. Gelukkig is er aan boord van de Bleu Magenta een verlengsnoer en een paar verloopstekkers, en zo krijgt elke boot stroom - het is wel een spaghetti van kabels op de kade geworden.
Bij ondergaande zon liggen de schepen er vredig bij.
Eindelijk rust - we kunnen het stadje in.
Op een stille plek in het stadje eten bij een Taverna - we zijn de enige etende gasten. Deze plek had Sjouke Luke eerder op de dag uitgezocht. Daar eten we Griekse lekkernijen - en als toetje krijgen we verse vijgen.
Reactie plaatsen
Reacties