In de vroege ochtend van woensdag 10 juni, rond 07:00 hebben we de Bleu Magenta vastgemaakt aan een boei in een zandbaai aan de voet van Vulcano, één van de Aeolische eilanden ten noorden van Sicilië (Italië).
We zijn dolblij dat we nu kunnen uitrusten. Precies 4 etmalen plus nog één uur lang zijn we steeds maar onderweg geweest (de geplande stop bij het eiland Ustica heeft geen ankerplek of havenplaats opgeleverd, maar we een paar uur rust).
Nu kunnen we een paar dagen helemaal niets doen om bij te komen.
De tocht tot zover was mooi, maar ook zwaar. Je zit in een ander ritme dan normaal (3 uur wacht, ongeveer 8 uur rust / slapen, 3 uur wacht en dan weer rust / slapen). Als je dit ritme goed volgt ben je fris en gaat het prima. Maar vergeet je een keer tijdens je rust pauze echt te slapen (bijvoorbeeld omdat het uitzicht buiten zo mooi is, of omdat die Genaker zo lekker zeilt, of omdat de boot aan de wind op de golven stampt en rolt) dan ben je aan de beurt - dat levert vermoeidheid op.
Omdat we het met een crew van 5 hebben gedaan waarin iedereen wacht heeft gelopen konden we het doen. Het wachten systeem wat we hebben gebruikt is uitgelegd in deel 2 van de feuilleton Lange Tocht naar Griekenland.
Maar nu liggen we in een prachtige baai, en er ligt nog een schip voor anker.
De aanleg aan de boei was nog niet heel gemakkelijk. Een zware blok beton op de bodem is het anker. Daaraan zit een anker tros die op het wateroppervlak drijvend wordt gehouden met een ring (de tros zit met een lus vast aan de ring).
Om hieraan vast te maken moet je ring-steken (een eigen sterk touw door de lus in de tros heen rijgen).
Nou hadden wij de pech dat de ankertros behoorlijk kort was en de lus in de tros om de ring heen nogal strak zat. We konden dus niet vanaf ons voordek werken, omdat dit veel te hoog was. Een aantal pogingen om te ring-steken met pikhaak waren mislukt.
Dan maar een truuk: we hebben een lasso om de ring gegooid, daarna de boot ten opzichte van de boei zo neergelegd dat de boei bij ons achterschip kwam, waar het vrijboord veel lager is, hier konden we de boei heel dichtbij krijgen. Met een laatste krachtsinspanning en verbetenheid was het ringsteken zo klaar.
Daarna was er een feestontbijt. Marttje heeft eieren gebakken voor de crew. De schipper heeft het niet meer kunnen smaken, hij was snel onder zeil en heeft lang en lekker geslapen.
Deze rotsen zijn gestolde lava.
In de middag waren we allemaal lekker loom en hingen wat op de boot. Tijd om om ons heen te kijken. We liggen op een magnifieke plek: pal naast een vulkaan waarvan je de kraterwand kunt zien. De wand is rood, zwart, bruin en grijs en heeft heeft veel sporen gele zwavel. Helemaal bovenop zijn kleine pluimpjes gele rook, waarvan wij aannemen dat dit iets met zwavel te maken heeft, aangezien het doet denken aan de lucht van rotte eieren (nee, dat kwam niet van de eieren die we gebakken hebben).
Wat je ruikt hangt er helemaal vanaf hoe de wind staat - de meeste tijd hadden we geen last van een zwavellucht.
Deze vulkaan mag dan een zo-goed-als dode vulkaan zijn, de haven ernaast is daarentegen zeer levendig. Er zijn in de zomer veel dag-gasten op de Aeolische eilanden die vanaf Sicilië deze eiland bezoeken. Er zijn daarom veel veerboten - een langzame gewone boot, een een razendsnelle draagvleugel boot. Die laatste doet Laurens Hendrik denken aan een sprinkhaan en daarom noemen we deze veerboten nu zo.
Op sommige momenten hebben we drie veerboten tegelijk in de baai gehad, terwijl er maar plek is voor één tegelijk aan de kade. Deze veerboten doen ene pendeldienst langs alle eilanden: Vulcano, Lipari, Salina, Filicudi en Alicudi. Naar de Stromboli varen ook snelle veerboten.
Het is een leuk gezicht om deze schepen steeds te zien komen en gaan.
Dan is er een probleempje aan boord. Een van de crew leden - we noemen geen naam - heeft nog maar één schone onderbroek. Onze wasmachine kunnen we hier niet gebruiken. Wat nu?
Na een uitgebreide brainstorm zijn een aantal oplossingen bedacht, zoals binnenste-buiten, achterste-voren, 3 dagen achter-elkaar of eenvoudigweg zonder onderbroek. De persoon in kwestie kon geen van deze oplossingen erg waarderen. En dus moest er met de hand worden gewassen.
En na gedane arbeid is het goed rusten.
We moeten bijkomen en dus mocht iedereen lekker doen waar hij of zij zin in had.
Sjouke Lute en Laurens Hendrik hebben een heel boeiend spel gedaan wat ze zelf bedacht en gemaakt hebben. Ik kan geen details van het spel in deze blog prijsgeven, maar kan u wel vertellen dat het een militair / nautisch strategisch spel is vol spanning en strijd. De factor geluk speelt een kleine rol, het gaat meer om de juiste tactiek en inspelen op de acties van de tegenstander(s). Ik kijk er met bewondering naar. Het is evident dat ze veel inspiratie het afgelopen jaar hebben opgedaan.
Er wordt veel gebeld, ge-appt en ge-SMSt met familie en vrienden die ook graag willen weten wat er allemaal is gebeurd en hoe het met ons gaat. En natuurlijk moeten er blogs worden geschreven.
Op een gegeven moment komt er een man in een rubberboot met aanhang motor naar ons toe en zegt in Italiaans: 30 euro.
Dertig euro? Waarvoor? Moeten wij beschermingsgeld afdragen aan een bekende organisatie uit Sicilië die bekend staat om veel zakelijk inzicht en weinig respect voor justitie?
Nee, dat is het niet. Het blijkt dat hij de havenmeester is en hier een aantal meerboeien exploiteert. Wij liggen aan een van die boeien vast dus of wij even willen betalen.
Nou het valt ons reuze mee dat hij een zakenman is met een buitengewoon efficiënte incheck procedure en pijlsnelle administratieve afhandeling. Hij vraagt 30 euro, ik pak het, geeft het hem, hij pakt het aan en vaart weg.
Ik vraag nog om een betalingsbewijs maar hij kijkt me aan alsof dat een hele gekke vraag is. Even denk ik nog dat dit misschien helemaal de havenmeester niet is. Maar het bootje wordt honderd meter van ons aan een steigertje gelegd en hij loopt naar een klein houten kantoortje. Dat zal wel goed zitten.
Een dag later komt hij weer om dertig euro. Dit keer geven we hem er ook vuilnis bij. Dat verzamelden we op de boot tot we weer in Griekenland aan land kunnen, maar het is veel fijner om dat aan hem af te geven. Voor dertig euro moet dat toch kunnen, dunkt ons.
Eigenlijk zijn we wel heel erg blij met deze gang van zaken. Het doet een beetje aan de Don’t Ask - Don’t Tell policy die op sommige plaatsen in de wereld gebezigd worden.
Wij vertellen niet dat we geen Italiaans schip zijn (we liggen hier low-profile en voeren geen enkele vlag). Hij vraagt niet of we een buitenlands schip zijn. En dus is de hele administratieve rompslomp die ons zo parten speelde in Ustica in één klap opgelost.
Eigenlijk begrijp ik het ook wel. Wie hierheen kan zeilen kan niet ziek van Corona zijn. Dus simpelweg door hierheen te varen bewijs je dat je gezond bent. Het toerisme is economisch al genoeg getroffen de afgelopen maanden dus nu van elke boot die langskomt 30 euro vangen helpt deze man ook weer verder.
Laurens Hendrik gooit een keer zijn hengel uit. Daar knapt hij van op. Hij vangt niets vandaag, hoewel we in de baai toch veel visjes kunnen zien rondzwemmen. Er is wel een andere oplossing - we zouden vis kunnen kopen. Elke ochtend vaart de lokale vissersboot langs en probeert iets aan ons te verdienen. Tijdens onze nachtelijke zeiltocht langs Lipari en Vulcano zagen we drie van dit soort vissersschepen in actie.
Elke dag komt er een meeuw langs die neerstrijkt op een luxe-snelle rubberen speedboot. Hij lijkt dat schip als zijn eigendom te beschouwen.
Net buiten de haven ligt een schip voor anker met een vloeibare lading. Wat de lading si wordt niet duidelijk. Drinkwater misschien? Dat het schip gelost wordt kun je zien door twee foto’s te vergelijken van de ochtend en de late middag.
Als ze klaar zijn halen ze de bijboot weer binnen (gebruikt voor aansluiten van de verbindingen met het eiland). Uit deze foto blijkt dat het schip ongeveer 4 meter minder diep ligt dan bij aankomst.
Reactie plaatsen
Reacties