Lange tocht naar Griekenland - 4 - Hoog aan de wind over de Tyrreense zee naar vulkaan eiland Ustica

Gepubliceerd op 7 juni 2020 om 20:00

Zondag ochtend (7 juni 2020)

 

 

Wie op een kaartje van de Middellandse zee met Corisca en Sardinië erop afstanden inschat denkt dat het met gunstige wind te doen is. Maar als je met doldrums van Sardinië en hoog aan de wind bij matige windkracht dat moet doen is het stuk naar Ustica vele uren langer. Uiteindelijk ongeveer 12 uur langer dan de inschatting was.

 

De wind is zuid of zuid oost, en we willen richting koers 133 dus moeten we hoog aan de wind. We doen er alles aan om het grootzeil zo goed mogelijk te trimmen in de vorm van een meeuwen vleugel, en de samenwerking tussen genua en grootzeil te optimaliseren.

In Porto Vecchio hebben we zwarte strepen op de giek aangebracht die aangeven hoeveel procent van het grootzeil uitstaat. Dat is berekend met de oppervlakte van een driehoek (half maal basis maal hoogte), waarbij de giek de basis is. Omdat ons grootzeil gelijkvormig blijft als het in de mast inrolt, is volgens de wiskunde van Maaike Grytsje en Sjouke Lute geldig dat de verhouding tussen hoogte en basis gelijk blijft bij inrollen. Daaruit volgt dat de oppervlakte toeneemt met het kwadraat van de giek-lengte (A/A0 =(B/B0)^2)

 

De strepen moeten dus niet lineair over de giek worden verdeeld, maar als een tweede-machtswortel functie. We rekenden het netjes uit en Laurens Hendrik hielp met meten en zwarte tape plakken toen we nog in de haven van Porto Vecchio lagen.

 

We zijn erg blij dat we dit gedaan hebben omdat je nu direct kunt zien wanneer je genoeg gereefd hebt. Voor de genua gaan we ook nog iets bedenken - meten van de lengte van de reeflijn (de zogenaamde furlex lijn) die je over hebt als je aan het uitrollen bent zou een goede methode kunnen zijn.

Zondag 7 juni 2020 rond 14:00 verschijnen er grote wolken vanuit de noord-oostelijke horizon. Deze vorm van wolken is mij onbekend. Brengen ze regen of wind? Goed in de gaten houden. De wind is nog matig: windkracht 3 tot 4. 

 

Rond 16:00 neemt de wind toe naar 20 knopen, windkracht 5. We reven het grootzeil naar 50% zodat we ook windkracht 6 aankunnen mocht er straks harde wind uit de wolken komen. Ook reven de genua naar 20%. Daarmee kunnen we de wind aan. 

Zondag middag - er verschijnen hoge wolken vanuit het oosten. Wat is dit? Het ziet er gelukkig niet als onweer uit. Geen stapelwolken, maar hoge egale wolken met een duidelijke voorkant. 

 

Het blijkt een brenger van motregen met windkracht zes. Een volle wind met weinig vlagen. Daar is prima mee te zeilen. Jammer is dat de windrichting niet ruimer wordt (waar we op hopen). We moeten dus reven en koers proberen te houden en hoog aan de wind varen, beating upwind, zoals de Engelsen het zo mooi zeggen.

 

Wel liggen we hoog aan de wind, en dus ligt de boot nogal scheef. Dat is oncomfortabel als je probeert te slapen. Laurens Hendrik heeft ontdekt hoe hij daarmee om kan gaan. De bank midden in de salon ligt ongeveer in het zwaarte punt van het schip, het rollen en stampen heeft daardoor hier de minste werking en is dus het comfortabelste plekje van het schip. Bovendien, omdat we over bakboord liggen, wordt hij tegen de rugleuning aangedrukt. Een perfecte plek, en niemand anders kan daar liggen, want alle anderen zijn te lang voor dit bankje. Hij slaapt er goed ondanks het stampen en rollen van de boot bij windkracht 6.

Dan zien we een groot schip, een container schip komend vanuit het oosten. Het is voor ons een koerskruiser, en we houden hem goed in de peiling. Dan zien we dat hij extra gas geeft, er komt meer en donkerder rook uit de schoorsteen, en zo gaat het schip 500 meter voor ons langs. Dat is fijn, we kunnen koers en snelheid houden. Het containerschip vaart ook op de bui af, naar de plek waar de lucht loodgrijs is. Wij hopen dat het ergste aan de noordwestkant van ons overtrekt. 

 

Dan komt er motregen, ongeveer een half uur lang, met windkracht 6. Deze windkracht houden we tot 20:00 en daarna zwakt de wind weer af. 

 

Maaike Grytsje heeft de zonsondergang dienst (20:00 - 23:00) en rond 22:30 ziet ze dat de wind harder wordt. Het is een herhaling van de situatie van de namiddag - motregen en wind toenemend tot windkracht 6.

 

Daarom roept ze de volgende wacht eerder (Marttje) en ook Edwin (die nog een wacht later heeft) komt erbij om te reven. Als we in de cockpit poolshoogte nemen zien we dat de snelheid is toegenomen tot 6 a 7 knopen. Dat het schip flink scheef ligt blijkt uit de moeite die we hebben om ons aan te kleden. Wie daar geen voorstelling bij heeft, probeer je eens op een bewegende gladde helling aan te kleden - vooral je broek is leuk. Waarschijnlijk komt daar de uitdrukking lol-broek vandaan.

 

We draaien de Genua in tot een klein lapje, misschien maar 15%, net genoeg om hoog aan de wind te kunnen blijven zeilen. Het grootzeil houden we op 50%.

 

Hiermee is het goed te doen. Maar het is pikkedonker, geen spoortje maan te zien en we zijn nog midden op de Tyrreense zee, met waterdiepte van rond de 3000 meter. De wind heeft vanaf Tunesië vrij spel om golven op te bouwen en die naar ons toe te sturen.

 

We besluiten dat de wacht van Marttje gedaan zal worden door Marttje en Edwin samen.

Na een half uur hebben we in de gaten dat de wind stabiel windkracht zes is, dat de mot-regenbui lang duurt, en dat een plekje dicht onder de sprayhood het beste is om deze tijd door te komen.

 

Het angstige gevoel dat we hadden aan het begin van deze wacht maakt plaats voor een gevoel van vertrouwen - we hebben het goed onder controle, het schip vaart goed, maakt goed hoogte. Het is alleen oncomfortabel voor de slapers.

 

Na een uurtje vraagt Edwin of hij mag gaan slapen. Hij moet de wacht nog doen van 02:00 - 04:00 en is bijgesprongen sinds 22:30. Dat vindt Marttje OK. Maar waar moet je slapen als de voorhut als een dolle op en neergaat. Wie daar blijft liggen (ik heb het geprobeerd) wordt snel zeeziek. Uiteindelijk kies ik voor de salon bank aan stuurboord, omdat het stampen daar het minste is, maar ik rol steeds naar de  tafel toe. Met wat improvisatie maakt Edwin van een rugleuning een afscheiding tussen de tafel en zijn buik. Zo kan hij twee uur goed slapen en neemt dan de wacht over van Marttje om 04:00. Marttje blijft er nog een tijd bij in de Sterrendienst waar geen enkele ster te zien is. Het is pikkedonker.

 

Dan wordt het droog en neemt de wind af en kan Marttje rustig gaan slapen terwijl Edwin deze wacht afmaakt.

 

Als we naar onze koerslijn van de afgelopen uren kijken zien we dat die een een aantal S-curven vertoond. Steeds als het kon hebben we opgeloefd, maar als de snelheid te laag werd moesten we afvallen. Ook de wind zal wat geschift hebben.

 

Jammer genoeg kunnen we laatste 20 mijl naar Ustica niet dicht zeilen, dat is nu bijna recht in de wind, en er staat nog geen windkracht 3. Omdat de accu’s ook weer moeten worden opgeladen zet Edwin daarom de motor aan, rolt het laatste restje genua in, en vaart zo hoog mogelijk aan de wind naar Ustica. Aldus motorsailend hebben we een knoop extra vaart door het grootzeil, met een 1800 toeren op de motor varen we 4.8 knopen.

 

Na de donker nacht met harde wind en regen, varen we nu op een zee vrijwel zonder golven in een wolkenloze hemel. Met dank aan Sicilië, die bij de huidige zuidenwind als een perfecte golfbreker werkt.  

 

Omdat het nu erg gemakkelijk gaat en er niets te doen is mag Sjouke Lute nog anderhalf uur langer in zijn kooi blijven. Zijn zonsopkomst dienst begint nu niet om 04:00 maar om 05:30, wat hij erg kan waarderen.

 

Na de overdracht gaat Edwin pitten.

 

Wat er in de uren hierna is gebeurd kan ik niets over vertellen - dat moet u aan de anderen vragen. 

 

Uiteindelijk werd ik rond 12:00 wakker en was Ustica al goed zichtbaar. Nog twee uur te gaan. Je kunt van grote afstand zien dat dit eiland gevormd is als een vulkaan, het heeft de bekende kegel-vorm. 

Onder ziet u de route kaart van zondag 7 juni 2020 10:00 tot maandag 14:00, waar we het vulkaan eiland Ustica bereiken. De vele bochten tussen zaterdag 16:00 en zondag ochtend 04:00 komen door de harde wind waar we steeds oploeven waar het kan, afvallen als de snelheid te weinig wordt en door de schiftingen van de wind. Rond maandag 04:00 hebben we het bijna pal in de wind naar Ustica en zijn we gaan motorsailen met alleen het grootzeil nog op, zo konden we 20 graden hoger aan de wind en sneller varen dan alleen met motor aan. Om 06:00 werkte deze truck niet meer, omdat we recht tegen de wind in moesten varen - dat stuk hebben we met de motor gevaren - vrij langzaam om zo weinig mogelijk diesel te gebruiken.


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.