Als het donker is worden geluiden belangrijker.
Dan vallen de dingen op die je wel kunt horen, maar niet kunt zien. Wie lang genoeg luistert, realiseert zich dat veel van die geluiden er overdag ook zijn, maar niet opvallen.
Daarom wil ik met u eens een keer naar de nachtelijke haven geluiden gaan luisteren.
De afgelopen vier dagen hebben we merkwaardige wind gehad. De wind kwam uit het westen en is afkomstig van een hogedruk gebied boven Tunesië. Daardoor is er mooi weer met een matige wind boven zee.
Maar in de straat van Bonifacio, tussen Corsica en Sardinië, heb je bij deze omstandigheden een harde wind, windkracht 5 tot 7. In de ruimte tussen de bergen op beide eilanden versnelt de wind en verandert van richting. Hier in Porto Vecchio heb je bij deze omstandigheden het grootste deel van de tijd de luwte van de stad, met een bijbehorende windkracht twee of drie. Maar dan opeens komt er een harde windvlaag van vijf, zes of zeven Beaufort.
Hoe klinkt dat, bij maanlicht, ’s nachts om één uur?
Stel u voor dat u bij deze omstandigheden in de boeg van een zeilschip ligt en luister naar de geluiden om u heen.
Het is kalm. Er kabbelen kleine golfjes rond het schip, een regelmatig zacht klotsend geluid. In de verte klinkt een nacht vogel - Moe-oe-oe-oep, zacht en gelijkmatig.
Bij zonsondergang horen we een andere vogel - een zeer schrille meeuw. Elke avond op dezelfde tijd roept hij met precies dezelfde kreten. In het begin waren we verrast van dat geluid. Tot we op onderzoek gingen en erachter kwamen dat dit een ingeblikte meeuw is - een speaker die agressief meeuwen geluid maakt om meeuwen te verdrijven, in een poging minder vogelpoep op het dek te krijgen. Het lijkt wel te werken - de steiger waar deze blikken-meeuw elke avond roept is duidelijk schoner dan een steiger verderop. We zijn nu aan dit geluid gewend, en realiseren ons dat het tijd wordt om het diner klaar te maken als we de ingeblikte meeuw horen.
Als het donker is houdt de ingeblikte meeuw er weer mee op en horen we alleen de kabbelende golfjes en die ene nachtvogel (Moe-oe-oe-oep).
Een kerkklok slaat één uur (of half twee, dat is moeilijk te zeggen).
Auto’s hoor je niet, geen mensen, geen honden, geen katten, geen muziek uit luidsprekers.
Dan knarst er iets in het water - vlak bij de boot. Alsof er een metalen rasp over de waterlijn heen gaat. De eerste keer dat je dit hoort heb je geen idee wat dat zou kunnen zijn. Als je de volgende ochtend gaat kijken is het overduidelijk - een stuk of twintig vissen, van een centimeter of tien lengte, zijn aan het kauwen op de groene vegetatie die zich op onze waterlijn allengs heeft ontwikkeld. Dat is mazzel hebben - deze vissen besparen ons het werk van waterlijn schoonmaken. Het nachtelijke geluid moet je wel op de koop toenemen,
Kabbelende golfjes en knerpende vissen-tanden - wel rustgevend.
En dan gebeurt het. Er komt een langdurige windvlaag. Het eerste wat je hoort is een onheilspellend zoemen - de wind langs de vele staaldraden die de masten in de haven overeind houden. Het is een donker geluid, wat in toonhoogte en sterkte toeneemt als de wind harder gaat waaien.
De eerste vlaag is nog niet zo sterk. Het donkere zoemen komt en verdwijnt weer.
De tweede vlaag is wat sterker. Het donkere zoemen zwelt aan. Plotseling komt er een schril geluid bij, een fluittoon van minstens een octaaf hoger dan het gezoem. Iets probeert hier een dwarsfluit te imiteren - dat zal wel metalen buis met een gat erin zijn.
De derde vlaag is nog sterker - nu gaan er vallen klapperen. Een val is een touw dat aan de buitenkant langs de mast naar de masttop loopt, om het zeil mee te hijsen. Maar dit touw in de wind is een geluid-maker van jewelste. Een ritmisch klapperend KLENG-KLENG-KLENG tegen een aluminium mast. Wie denkt dat het weggaat als je de vallen strakker trekt, bedriegt zichzelf, het ritme wordt alleen sneller, het is alsof je een snaar op een gitaar sterker spant en daardoor is de frequentie verhoogd. Je hoort een stuk of twintig van deze vallen tegelijkertijd klapperen, ieder met een iets ander timbre en en ander ritme. Tezamen vormt dit een kakofonie van ongeregelde slagwerkers (fanfare muzikanten snappen wat hier problematisch aan is).
Het enige wat je kunt doen om van dit irritante geluid af te komen is het val om de mast heen te laten spiraliseren, of zodanig scheef vast te binden dat het val de mast niet meer raakt. Wie op een zeilschip slaapt zorgt er - uit eigenbelang - voor dat de vallen “stil” vastgemaakt zijn. Het zijn dus vooral de schepen zonder slapenden die de meeste herrie maken. Van het momenteel onbewoonde schip naast ons was de KLENG-KLENG-KLENG zo erg dat Edwin de vallen anders vastgebonden heeft - veel beter. Maar om nou bij twintig schepen in de haven langs te gaan en alle vallen beter vast te binden is ook niet te doen.
Dan wordt het weer stil.
De touwen waarmee het schip aan de steiger en de ankerlijnen is vastgemaakt hebben ook een eigen geluid. Dit is een soort gekraak waarbij een deel afkomstig is van het touw wat gespannen wordt en een deel van het polyester van de boot wat onder spanning komt.
Door de wind op de mast gaat ons schip ook scheef liggen - soms klapt er dan een deurtje heen en weer. Dat lossen we op door wasgoed op de drempel te leggen zodat de beweging van het deurtje smoort in katoen.
En weer wordt het stil.
De volgende vlaag, tien minuten later, is nog iets sterker. Eerst weer het onheilspellende donkere gezoem, dan de schrille fluit, het KLENG-KLENG-KLENG ver weg, afkomstig van schepen verderop in de haven. Dan een KLENG-KLENG-KLENG van schepen vlakbij - je hoort dat de windvlaag dichterbij komt.
Nu is er weer een nieuw geluid, afkomstig van onze giek. De wind waait schuin van achteren in het kleine stukje grootzeil dat niet geheel in de mast is gedraaid. Dit dwingt de giek wat te bewegen, maar dat wordt verhinderd door touwen die de positie van de giek proberen te fixeren. Wat je dan hoort klinkt als een grote metalen veer die je uitrekt - een blikkerig geluid SHRIEK-SHRIEK-SHIERK, zoiets als wanneer je op een bed met springveren heerlijk aan het trampoline springen bent (elk kind heeft dat wel eens met veel plezier gedaan, tot wanhoop van oudere huisbewoners).
Plotseling is er een hele harde windvlaag en horen we een doffe dreun. Onze rubberboot die op het voordek ligt, wordt naar boven gezogen en valt een seconde later weer op het dek - een soort grote doffe trom. Als je dit voor het eerst hoort zit je rechtop in bed - watwasdat-watwasdat mompel je halfslapend tegen elkaar. We hebben de rubberboot nu beter vastgesjord zodat de wind hem niet meer kan optillen - dat scheelt een paar hartverzakkingen per nacht.
Eén geluid heb ikzelf nog nooit gehoord - maar de andere bemanningsleden verzekeren me dat dit geluid er zeer zeker is. Dat is het gesnurk van de schipper.
Hoe dan ook - de nacht heeft muzikaal veel te bieden. Wie graag naar een wel-luidende nachtmuziek luisteren wil kan bij Gustav Mahler terecht: klik maar eens op deze link naar een youtube registratie:
Nachtelijke muziek Mahler symfonie 7 deel 3
Reactie plaatsen
Reacties
Hoi Edwin,
Weer genoten van je nachtelijke avontuur en het muzikale omlijsting, die je ervan maakt. Bedankt!!!