Aambeeld boven Corsica

Gepubliceerd op 8 maart 2020 om 14:48

We zeilen vandaag van Bastia zuidwaarts. Er staat een noordenwind tussen 7 en 20 knopen. Als we om 7:30 uit de jachthaven varen zien we dat er net een groot schip de veerboten-haven in gevaren is. Dat is geluk hebben, daar hebben we geen last van gehad.

 

Het weer heeft vandaag twee gezichten. Aan de oostkant, op zee, schijnt de zon volop. Aan de kant van Corsica, het westen, is het volop woest uitziende wolken die van het noordwesten naar het zuid zuid oosten wegtrekken.

 

Na 5 minuten varen is er al een goede wind en zouden we de zeilen kunnen zetten. Sjouke Lute staat te popelen, hij heeft er duidelijk zin in. Maar de wolken boven land zijn dreigend en we zien dat er niet ver van ons een hoosbui naar beneden komt. Daar zou best flink wat wind bij kunnen zitten, dus wachten we even af.

 

Even later krijgen we inderdaad wat regen, maar gelukkig geen hoosbui. De hele crew vlucht de salon in en gaat een spelletje kwartetten. De schipper mag aan dek blijven, en zoekt een zo droog mogelijk plekje onder de sprayhood. Daar ziet hij zelfs eenmaal een dubbele bliksemschicht, de bijbehorende donder is niet te horen, kennelijk te ver weg.

 

Er komt geen enkele windvlaag van de bui - dat is een geruststelling. Wel is er een regenboog, mooi om te zien. Even later is heel Bastia donker, behalve de oude stad, die volop in de zon staat. Net alsof er een spotlicht vanuit de hemel gericht staat op onze haven van afgelopen twee dagen.

 

De spelletjes fanaten weten niet van ophouden en het schip slingert wat door de golven die van achteren komen. Daarom zet de schipper de genua en gaan we sneller en comfortabeler. Na een tijdje draait de wind plotseling ongeveer 40 graden. Daarom moet de genua van stuurboord naar bakboord overgehaald worden.

 

Dan komt Sjouke Lute aan dek. Hij is in zijn nopjes, omdat hij het spelletje Donald Duck kwartet heeft gewonnen, maar wil nu wel wat actie. Dus zetten we het grootzeil erbij en gaat de motor uit.

 

Het gaat best lekker met ongeveer 6 knopen. Hoe ver kunnen we daarmee vandaag komen. Er zijn een paar havens aan de oostkant van Corsica. Kunnen we tot Porto Vecchio komen? Dat is met 73 mijl een brug te ver. Solazana dan maar, dat is twintig mijl korter, en morgen staat ongeveer dezelfde wind die ons wel naar Porto Vecchio brengt. Bijkomend voordeel is dat we dan vroeg op de dag in stralend zonlicht de wat lastige invaart in de baai van Porto Vecchio kunnen doen.

 

Als we om ons heen kijken zien we nog steeds het zelfde weerbeeld - op zee is het een stralende voorjaarsdag in volle zon, boven land is het een dag vol maartse buien met hoosbuien en sneeuwval op de bergtoppen.

Inmiddels is duidelijk dat de buien vooral over land trekken. De wolken die boven het koude zeewater komen lossen weer in het niets op. Aha! Zo moet het dus, we moeten een beetje verder de zee op om het droog en zonnig te houden. Daar staat ook wat meer wind, en gaat sneller.

Als alles stabiel is aan dek gaat de schipper onderdeks om de blog over Cap Corse te schrijven en dan neemt Sjouke Lute het commando over. Er is al gauw wat commotie, want de wind schift wat en de genua wil niet blijven staan. Dan geeft hij het commando tot vlinder-varen (met grootzeil op de bakboordskant en genua op de stuurboordskant). Nog even de koers een paar graden bijstellen tot het schip stabiel ligt met de wind recht van achter. Het lukt wonderwel, de snelheid loopt op en de schipper kan ongestoord bloggen. Heerlijk!

 

Na een uurtje komt de schipper weer eens aan dek en ziet met genoegen dat er weer flink wat mijlen afgetikt zijn.  De wind neemt nu verder toe en de kust maakt een bocht zodat we nu met ruime wind kunnen varen. De snelheid loopt op naar boven de 8 knopen.

 

Ondertussen zien we boven de Corsicaanse bergen steeds wolken ontstaan, waarvan een aantal de vorm van een aambeeld krijgt - een echte donderwolk. Anderen groeien wel flink in de hoogte maar vormen niet een aambeeld.

 

Wat is hier aan de hand? De relatief koude en vochtige lucht die vanaf het noorden naar Corsica waait, moet, gedwongen door 2000 meter hoge bergen, klimmen waarbij de lucht afkoelt. Daardoor zal de in de lucht aanwezige waterdamp condenseren en wolken vormen. Dat is niets bijzonders, dat zie je overal om je heen. Maar hoe zit het dan met dat aanbeeld?

 

De zon die fel op de bergen schijnt heeft genoeg thermiek gemaakt om het proces van stijgende lucht te versterken - de extra zonnewarmte laat de wolken verder stijgen. En dan is er nog de warmte die vrij komt bij condenseren van waterdamp. Deze drie factoren samen laten de wolk heel hoog worden - 10 tot 15 kilometer. Boven in de wolk is de buitenlucht heel koud, misschien wel -50 graden Celsius.  Dat bevriest de waterdruppels, de top van het aambeeld is een wolk van ijs deeltjes geworden. Maar daarmee is de pret uit - er komt geen warmte meer vrij, het verticale transport stopt en de wolk is nu overgeleverd aan de wind. Die waait op 10 tot 15 kilometer veel harder dan op lagere hoogtes, en dus waaiert de ijswolk uit, en daarmee heb je een aambeeld gekregen. In de loop van de dag kunnen we dit proces drie keer zien.

 

Het blijkt dat  als het aambeeld voldoende gegroeid is de lucht onder het aambeeld loodgrijs wordt - alle zicht eronder verdwijnt - hier is nu een hoosbui gaande.

 

Soms komt de hoosbui boven zee, zoals op deze foto.

Ook zien we een ambitieuze wolk die flink verticaal aan het groeien is, met de kennelijke ambitie om een aambeeld wolk te worden. Maar deze arme wolk is te laat begonnen - als hij nog maar half volwassen is, komt hij al boven zee, waar het groeien stopt. Na twintig minuten is de wolk weer veel kleiner en in stukken uit elkaar geslagen. Deze wolk moet alle ambities voor hoosbui en bliksem laten varen.

 

De vele buien van vandaag laten wel een mooi pak sneeuw achter op de bergtoppen van Corsica.

Al met al blijkt dat we van de aambeeld wolken een lekkere dwarswind krijgen, ongeveer 5 knopen meer dan verder op zee. De sport is nu om dicht genoeg bij het aambeeld te varen om de wind ervan mee te pikken, maar er ver genoeg vanaf blijven om geen regen te krijgen.

 

Dat lukt, en droog komen we aan bij de haven van Solazana rond 16:30. De capitanerie blijkt gesloten, er is geen reactie op de marifoon. Wat nu? We varen langzaam de haven in en naderen de benzine pomp. Met zeer grote tegenzin komt hier een oude corpulente man uit die roept Fermé, fermé (gesloten! gesloten!). Wij vragen ons stilletjes af wat hij dan in het hokje van de benzine pomp doet als deze toch gesloten is. Onze fantasie slaat op hol (mag u zelf verder invullen).

 

Maar wij hoeven geen diesel, vertellen we, wij willen graag een ligplaats. Capitainerie fermé schreeuwt de oude heer nog maar eens. Hij maakt een wijds gebaar over de haven. Zoek zelf maar een plek. En zo liggen we twee minuten later aan de volledig verlaten bezoekerssteiger. 

 

De aanloop was nog wel spannend. Volgens onze kaart zou het hier om en de nabij 2 meter diep moeten zijn, wat een beetje krap is voor eenjacht dat 2.1 meter steekt. Maar de dieptemeter gaf voldoende marge en dus proberen we het.

 

Dan gaat de schipper de wal op op zoek naar een haven functionaris zonder verlof. Die is er niet. Is er dan een andere schipper die de code van de douches weet? Er zijn een stuk of wat bootjes-mensen in de haven bij een schip, maar geen van allen kennen ze de code. Kennelijk wonen ze in de buurt en doen ze alleen dagtochten uit deze haven met hun boot zonder ooit zelf de behoefte te hebben zich te douchen. Een andere theorie is dat hier de Frans pruikentijd nog in werking is; in die tijd maakte je jezelf geschikt voor gezelschap door flink parfum op te spuiten, niet door jezelf te wassen.

 

De jongens benutten de afwezigheid van de schipper door de diepte van de havenbekken te meten met een gewicht aan een touw - het zelfgemaakte peillood wat we voor situaties als deze aan boord hebben. Uit dit empirische onderzoekje blijkt dat we het schip zonder gevaar nog een paar meter vooruit kunnen leggen - dat is wel zo fijn want op het einde van de steiger waar we nu liggen is grotendeels bedekt met meeuwenpoep (die zullen ook de code van het toilet niet gekregen hebben).

 

Een kwartiertje later komt de schipper terug die meldt dat inderdaad alles potdicht zit - en dat blijft tot maandag ochtend. Het deert ons niet. Laurens Hendrik is zichtbaar teleurgesteld als er tot overmaat van ramp ook nog geen WIFI code is. 

 

Marttje maakt een lekker diner van een broodje vermomd als pizza uit de oven. Ondertussen heeft Edwin een wasserette aan land gevonden die wel raad weet met onze uitpuilende wasmand. 

Ten slotte willen we nog even een misverstand uit de weg helpen. Hoe ver weg is de maan? Het is duidelijk: precies tot de top van de mast van de Bleu Magenta. De windmeter komt er tegenaan.


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.