Rondrit Cap Corse

Gepubliceerd op 7 maart 2020 om 11:36

De dag van gisteren stond in het teken van bulderend water - een woeste bergbeek.

Vandaag is het water ook woest, maar deze keer komt het door westenwind van kracht 8 die grote golven tegen de noordkaap van Corsica laat slaan. 

 

Cap Corse, is een langgerekt schiereiland met bergen tot 1300 meter hoog. Om het helemaal rond te rijden ben je een halve dag bezig. Wij doen ongeveer de helft, en beginnen met de oostkant die heerlijk in de zon ligt en relatief luw is. Vanuit Bastia rijden we noordwaarts en komen langs een paar dorpjes met een haventje.

Je ziet hier veel Genuese torens, ooit gebouwd in de bloeitijd van de stad Genua. Langs de kust van heel Corsica zie je ze, en ook in zuidoost Spanje staan er nog veel. De torens zijn zo neergezet dat ze elkaar kunnen zien. Als er een vijandige vloot aankwam kon men razendsnel waarschuwen door vlaggen of een groot vuur - als de vijand aanviel was was Genua binnen een uur gealarmeerd, veel sneller dan een schip of een ruiter ooit kon.

 

We rijden weer een stukje verder en stoppen regelmatig als er iets leuks te zien valt. Hier wijzen Maaike Grytsje en Laurens Hendrik naar het eiland Elba waar we vorige week nog waren. Als je goed kijkt kun je de contouren van het eiland nog zien.

Dan komen we bij een leuk strand waar een kleine branding staat - met 30 knopen tegenwind. Elke keer als de golven gaan breken, waait de top ervan af en wordt weer de zee op geblazen. Een prachtig gezicht.

Er staat hier een steigerwerk om een Genuese toren die men aan het restaureren is. De harde wind maakt een muziekinstrument van de steigerpalen - fluittonen op een aantal toonhoogten zijn te horen. In een windvlaag neemt het volume van de tonen toe en wordt de frequentie ook iets hoger.

 

Dan gaan we via een V-vormig dal de bergen oversteken naar de west kant van Cap Corse. We hadden verwacht dat dit een winderige aangelegenheid zou zijn, maar dat valt enorm mee omdat we door een bosrijk gebied rijden en niet erg hoog de berg op hoeven.

 

Dan komen we aan de westkant bij het dorpje Pino (zouden ze hier de grote blauwe vogel uit Sesamstraat kennen?). Vanaf hier rijden weer naar het zuiden.

De weg gaat flink hoog, ongeveer 100 tot 200 meter zitten we boven het water. Het uitzicht is spectaculair. De felle zon zet de golven die door windkracht 8 opgestuwd worden naar een hoogte van een meter of 4 in een mooi perspectief. Nergens een schip te zien, zeer verstandig van al die kapiteins.

 

Na een zeer winderige kaap slingert dan de weg naar een baai, waar je naar zeeniveau kunt afdalen. We nemen de weg naar restaurant Marinette en gaan de golven even van dichtbij bekijken.

Als eerste zien we een beekje. Corsicaanse beken hebben sinds gisteren een magische aantrekkingskracht op Sjouke Lute en Laurens Hendrik. Dit exemplaar heeft weinig stromend water, maar wel een ander leuk aspect: hij eindigt 50 meter voor zee in een heuvel van grove stenen. Het water loopt niet over deze dam, omdat de dam zo lek is als een mandje. Een grappig gezicht.

 

Dan lopen we door naar het strand met grote kiezels en zien we het gebulder van de golven. De eerste 100 meter de zee op is het water helemaal wit - door het geweld van de brekende golven.

 

Er is ook een klein haventje, waar geen schepen liggen (hier is de haven van bovenaf te zien met de golfbreker, vlak voor de huizen).

Alle kleine bootjes die er zijn liggen op het land, op een flinke afstand van de vloedlijn.

Vandaag is goed te zien waarom dat verstandig is, de golven slaan om de paar seconden over de golfbreker heen en creëren daarbij een soort waterval. Op een mooie zomerdag kun je prima op die golfbreker lopen, vandaag zou dat levensgevaarlijk zijn, en dat proberen we dus niet.

 

Wel hebben Sjouke Lute en Laurens Hendrik weer eens lange stokken gevonden waarmee ze een bezweringsdans tegen de golven lijken te doen - een kwestie van de geestes kracht van een Samurai tegen de golven.

Op het moment dat de Samurai denkt te hebben gewonnen, nemen de golven hem te pakken.

Het grappige is dat de broek van Sjouke Lute kletsnat is, maar zijn voeten zijn droog - de bergschoenen blijken van buiten waterdicht.

We rijden verder in de richting van Saint Florent, komen langs een zwart kiezelstrand,  en gaan vlak voor dit stadje weer oostwaarts de bergen over naar Bastia. Hier komen we nog door een streek met wat wijnteelt.

Dan zijn we weer in Bastia en wil Edwin de auto terug brengen naar de verhuur. Hij kijkt nog even in de papieren en ziet dat er 50 euro boete is voor zand in de auto, vlekken op de bekleding en achtergelaten afval. Wij zij twee dagen lang overal in de natuur geweest, dus u raadt het al: zand, vlekken en afval. Sjouke Luke laat zich van zijn beste kant zien en veegt zand met veger en blik op, pakt een emmer met handdoeken om de vlekken te verwijderen. 

De dame van de verhuur zegt als ze de auto ziet: Superbe! 

Zo schoon zijn ze kennelijk niet gewend - maar het scheelt ons wel 50 euro. Proost!


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.