Ter voorbereiding van onze reis heb ik aan een aantal mensen met zeil-ervaring uit dit gebied gevraagd hoe de zeilomstandigheden op de Middellandse Zee zijn. Waar moet je rekening mee houden?
Daar heb ik zeer uiteenlopende berichten over gekregen, variërend van “Maak je maar klaar voor een eindeloos lange drijfpartij, waarbij je elke dag maximaal één baai verder komt” tot “Dagenlang verwaaid gelegen door keiharde wind.” Daar kwam ik niet veel verder mee.
Daarna ben ik in de Almanakken gedoken, boekwerken vol informatie. Vooral de Admiralty Sailing Directions, geven onmisbare informatie voor zeilers en zeevarenden over de hele wereld. Voor de Middellandse zee zijn er de Mediterranean Pilot Volume 1-5.
Dit zijn zeer nuttige boekwerken (formaat telefoonboek) met een uitgebreid meteorologisch hoofdstuk vol informatie over wind, temperatuur, golven, stromingen en getijden. Voor elke maand van het jaar zijn er statistieken over wind richtingen. Je kunt precies aflezen hoe vaak de wind uit welke hoek waait, en met welke kracht.
Zeer veel nuttige informatie, en wie ze goed bekijkt zal er zijn voordeel mee doen om een route uit te stippelen waar de kans op goede wind uit een gunstige richting hoog is. Ook kun je kiezen welke plekken gunstig zijn voor een overwintering (temperatuur en beschut tegen wind).
Nu zijn we zelf een paar maand op de Middellandse Zee, en uiteraard hou ik dagelijks de weerberichten en de omstandigheden in de gaten. Dat is nog lang geen gedegen statistiek, maar het vult wel het beeld aan dat ik kreeg op basis van de almanakken. Dus kan ik nu antwoord geven aan mijn eigen vragen. Ditmaal geblogt als het interview dat ik graag een jaar geleden had willen houden.
De Edwin (van een jaar geleden) interviewt de schipper van de Bleu Magenta van nu,
Edwin: U hebt nu een aantal maanden op de Middellandse Zee gevaren. Welke tips hebt u voor zeilers die dat ook willen proberen?
Poorte:
De Middellandse Zee is groot met enorme locale verschillen. Op dezelfde dag kan het stormen bij Marseille en een paar honderd kilometer verderop bij Monaco kan het prachtig windstil weer zijn.
Deze verschillen komen doordat de zee aan vele kanten door bergen is omringt (onder andere Alpen, Pyreneeën, Sierra Nevada, Atlas Gebergte, Balkan) en door grote eilanden. Deze bergen zijn behoorlijk hoog en daarmee een flinke barrière voor langstrekkende depressies. Ze kunnen ofwel verhinderen dat het slechte weer naar je toekomt, ofwel verhinderen dat het slechte weer wegtrekt. De rol die de bergen spelen verschilt enorm met de windrichting. Als voorbeeld: bij wind uit het noordwesten zal je in de omgeving van Marseille vaak een harde wind hebben staan - want dit is de enige plek met laagland tussen de Pyreneeën en de Alpen waar de wind vrij baan heeft. Door deze geografische omstandigheid ontstaat de zogenaamde Mistral. Je moet zorgen dat je goed kennis neemt van deze locale weer-fenomenen.
Edwin:
Als je van Gibraltar via de kust van Spanje, Frankrijk, Monaco en Italië naar Genua vaart waar moet je dan rekening mee houden?
Poorte:
Gibraltar is een geval apart. Dit is een straat tussen de bergen in Zuid Spanje en de nog hogere bergen in Noord Marokko. Door die bergen zal een wind uit zuidwest, west of noordwest versnellen (het zogenaamde Venturi effect) en kan de wind twee keer zo hard zijn in de straat van Gibraltar als dertig mijl verderop. Wind uit het westen is vrij vochtig en relatief koel.
Hetzelfde harde-wind-effect heb je bij wind uit Noordoost, Oost of Zuidoost. Deze wind is vaak droog en heet.
De beste manier om door Gibraltar te zeilen is een haven te kiezen op 20 tot 40 mijl voor Tarifa (de nauwste plek) en dan te wachten op een dag met wind uit de goede richting. Dan waai je er zo doorheen. Ga niet proberen er doorheen te laveren. Hou de weervoorspelling goed in de gaten in de week voordat je bij Gibraltar zou kunnen zijn - en ga ervoor als de windrichting gunstig is.
Edwin:
Hoe zit het met de grote schepen, het schijnt er erg druk te zijn?
Poorte:
Ja dat klopt. Elke paar minuten passeert er een groot vrachtschip door de straat van Gibraltar. Veel van deze schepen varen op de route langs het Suez kanaal in Egypte - zij varen op de doorgaande route die loopt ten zuiden van Sicilië en ten noorden van Malta. Andere schepen doen de grote havens aan in de Middellandse Zee. De scheepvaart routes zijn in de straat van Gibraltar gescheiden van elkaar en liggen dichter bij de Marokkaanse kant dan de Spaanse kant. Wie van de Atlantische Oceaan naar de Middellandse zee wil kan dus het beste vlak langs de Spaanse kust varen, dan heb je nergens last van. Wie de zeestraat wil oversteken moet dat alleen doen overdag bij goed zicht, maar niet in het nauwste deel (waar de zeeschepen geen ruimte hebben om uit te wijken). Als je een oversteek vermijden kunt, doe dat dan!
Edwin:
De haven van Gibraltar hoe is dat?
Poorte:
Ja dat is een belevenis. Het is een natuurlijke haven in diep water (meer dan 100 meter diep) waar veel zeeschepen langere tijd voor anker liggen. En er varen veel vrachtschepen en snelle veerboten langs, dus je moet goed oppassen. Maar het uitzicht op de rots van Gibraltar is fenomenaal mooi, en de haven van La Linea (nog net in Spanje te noorden van Gibraltar) ligt perfect om de Rots van Gibraltar te bezoeken.
Edwin:
Als je voorbij Gibraltar bent en via de kust van Spanje, Frankrijk, Monaco en Italië naar Genua vaart waar moet je dan rekening mee houden?
Poorte:
Ja dat vroeg je net ook al. Nou, na Gibraltar wordt het een stuk makkelijker. Wat je hier vooral merkt is de golfslag die anders is dan op de Atlantische Oceaan. De golven hebben een veel kortere periode (3 tot 8 seconden), terwijl je op de Atlantische Oceaan 10 tot 30 seconden kunt hebben. De reden hiervoor is dat op de oceaan er veel meer ruimte is en vaker zware stormen waardoor de zeegang veel verder kan groeien - na afloop van de stormen blijft dan de karakteristieke deining over, lange gladde golven met een periode van flink meer dan 10 seconden. Dit alles betekent dat als je moet laveren in de Middellandse Zee tegen de korte golven in, het een onaangename belevenis is, en van de golven af kan een schip ook flink gaan slingeren. Op de Atlantische Oceaan zijn de golven wel hoger, maar voelt alles rustiger aan door de lange golflengte (tenzij de wind zo hard is dat het ook daar onaangenaam wordt).
Bovendien kunnen de golven snel komen opzetten. Als je bij zonsopgang de een vlakke zee opvaart en denkt - dit wordt vandaag een makkie - kan je rond koffietijd jezelf wel voor je hoofd slaan als je merkt dat er plotseling golven van 3 meter hoog uit een ongunstige richting staan.
Let dus altijd op de voorspelde windrichting en ook de voorspelde golven. www.Windy.com gebruik ik steeds als mijn wind-orakel. Bedenk vooraf wat wel veilig en comfortabel zal zijn, en wat dat zeker niet is. Zoek bovendien voorafgaand aan een langere dag tocht, in welke tussengelegen havens je veilig kunt aanlopen om te schuilen, mochten de weersomstandigheden onaangenaam worden. En het belangrijkste van allemaal - een voorspelling is geen garantie. Let goed op het weer gedurende de dag - is er iets dat wijst op een weeromslag (hoge wolken, nevel, heiig weer) pas dan op en neem tijdig passende maatregelen.
Edwin:
Is er nog verschil tussen Zuid Spanje en Oost Spanje?
Poorte:
In de periode dat wij erlangs kwamen (oktober tot november) was het weer mooi langs Zuid Spanje (als een mooie nazomer in september in Nederland).
De oost Spaanse kust van Cartagena tot de Pyreneeën is bergachtig met steeds wisselende winden door de vorm van de kapen. Het weer was bovendien grillig door het najaar - mooie uren op een dag met weinig wind, werden afgewisseld met plotseling opkomende harde wind, vooral bij zware regenbuien. Na een bui kan de wind ook weer helemaal wegvallen. Als je goed oppast en tijdig voldoende reeft is het prima te doen. Let goed op wolken en indicaties van regen. Kijk ook met de verrekijker om je heen of het verderop hard waait - als je zelf windkracht drie hebt, en 500 meter verderop waaien de druppels van de golftoppen af, moet je snel reven. Dit overkwam ons nabij Torrevieja, maar hebben we perfect opgelost door razendsnel flink zeil te minderen.
Edwin:
Stel je ligt in een haven en wilt eigenlijk verder. Maar het weerbericht is niet denderend. Wat moet je dan doen?
Poorte:
Dat komt aan op goed zeemanschap. Als je denkt onder alle voorspelde omstandigheden (en nog wat slechter, als je pech hebt) met de technische staat van je schip en de fitheid van je bemanning de elementen de baas te zijn kun je gerust varen. Maar als je twijfelt en de omstandigheden zijn 24 of 48 uur later veel gunstiger, blijf dan lekker in de haven. Doe in plaats daarvan in die dagen het achterstallige onderhoud aan de boot, of geniet van wat het land je daar te bieden heeft. Onderschat daarbij het gevoel van je bemanning niet. Een naar voorgevoel bij een van je bemanningsleden moet je serieus nemen, en indien gegrond, in overweging nemen bij al dan niet varen.
Edwin:
Hoe zit het met de Gulf de Lions (het stuk zee langs de Franse kust, net ten oosten van de Pyreneeën en ten westen van Marseille)?
Poorte:
Daar moet je oppassen. Zeker in de herfst en winter kan het weer er snel omslaan, van kalme wind naar een stijve bries of nog veel meer wind. Ook de golf hoogte kan hier snel oplopen. Probeer deze golf in één keer over te steken op een dag met goed weer, of volg de kust zodanig dat je snel een haven kunt aanlopen. Het grillige weer heeft dezelfde oorzaak als de Mistral, zie boven.
Edwin:
Ja, de Mistral. Er schijnen veel winden met een naam te zijn op de Middellandse Zee. Is dat folklore of betekent het echt wat?
Poorte:
Allebeide. De regionale winden uit de diverse windstreken hebben grote verschillen in karakter: droog en heet, koud en droog, nat en mild en zo nog meer. Om die karakters te identificeren heeft men van oudsher een naam gegeven aan de wind - eigenlijk heel logisch. Dan weet je precies waar je aan toe bent, zouden we in Nederland ook best kunnen doen.
Op dit kaartje zie je de namen van de winden. Je zult veel namen herkennen waar Volkswagen een automodel naar heeft vernoemd (bij VW denken ze kennelijk dat die auto’s zo snel zijn als de wind). Raadpleeg een goede website of een goede almanak voor een beschrijving van deze winden, wanneer ze ontstaan, hoe lang ze duren en of je er voordeel van zou kunnen hebben of last van kan krijgen.
Edwin:
Welke havens moet je aandoen?
Poorte:
Dat hangt er helemaal van af wat je leuk vindt, hoeveel tijd je hebt voor je tocht, of er plaats is (in het hoogseizoen is het op veel plaatsen tjok-vol), of je boodschappen moet doen en nog veel meer.
In de kleinere havens is alles vlakbij - best handig als je met veel boodschappen moet sjouwen. In grote steden is veel te zien: cultuur, architectuur, musea, bibliotheken, al die prachtige winkeltjes enzovoort. Op onze tocht waren de mooie steden / bezienswaardigheden: Gibraltar, Granada (met auto of bus bezoeken vanaf een haven ergens tussen Malaga en Almerimar), Cartagena, Barcelona, Marseille, Toulon, Antibes en Monaco. Van deze steden springt Barcelona er echt uit - hier kun je 14 dagen naar hartelust rondlopen en nog steeds verrast worden door de stad en vooral de architectuur van Gaudi.
Heel veel andere kleinere steden hebben ook veel charme, maar minder allure en faciliteiten. De kleine havens hebben vaak strand vlakbij, erg fijn als je wil zwemmen op een vrije dag.
Edwin:
Hoe is het landschap?
Poorte:
Aan de kant van de zee zie je veel water, golven, brekende golven, rondspattend schuim, zonneschittering op het water, windvlagen. In de nacht kun je soms bioluminiscentie zien: oplichtende algen in het zog van de boot (moet het echt heel donker zijn). Maan, sterren (de Poolster, Aldebaran, Sirius, Castor, Pollux en Betelgeuze ken je zo uit je hoofd). En natuurlijk zie je veel zeeleven. Meeuwen in allerlei soorten, Alken, Jan van Genten en soms ook hele kleine vogels. Dan dolfijnen in kleine (3 stuks) of grotere groepen (meer dan twintig). Vliegende vissen zagen we nabij Almerimar. Tonijnen die boven het water uit springen in de Gulf du Lions (ruwweg tussen Roses (Spanje) en Toulon (Frankrijk). Als je geluk hebt ook walvissen en andere grote zeezoogdieren.
En aan de andere kant van het schip, de kant van het land, zie je veel bergen, rotsen, klippen en kapen, met daartussen de dorpjes en steden. Ook zie je veel hoogbouw flats, maar dat heeft verrassend genoeg niet de overhand. Zelfs bij Benidorm - dat helemaal volgebouwde stuk Spanje - vallen de bergen erachter en de rotsen ervoor meer op dan de stad Benidorm zelf. Vanaf Antibes tot Genua lijkt wel bijna elk stukje kust te zijn volgebouwd - want het woont daar zo fijn.
De Sierra Nevada bergen in zuid oost Spanje zijn heel hoog, en was eind oktober op de top al met sneeuw bedekt. Hier kun je prachtig wandelen. Het roodkleurige Esterel massief bij Cannes (Frankrijk) is ook prachtig als wandelgebied langs de kust of boven in de bergen.
Vaar bij goed weer vlak langs de kapen - je komt ze vanzelf tegen als je probeert met zo weinig mogelijk mijlen naar de volgende haven te varen. Hier zijn de mooiste rotsen en de fijnste ankerplekken. Pas wel op dat je in diep genoeg water blijft - kijk goed op een goede kaart, en wijk bij twijfel uit naar dieper water. Wij volgden vaak bij een zandige kust de twintig meter diepte lijn, of bij een rotsachtige kust de 50 meter lijn.
Maar pas wel op. Bij ruw weer en harde wind kan er bij een kaap een hardere wind staan, of een wind uit een iets andere hoek, of allebeide. Dat komt omdat de kaap werkt als een obstakel waar de wind omheen moet versnellen. We hebben meegemaakt dat 15 knopen op volle zee versterkt werd tot 30 knopen vlak bij een kaap - als je daar niet op bedacht bent kan dat zeer onaangenaam zijn. Soms is het beste om dicht langs de kaap te varen en wat te reven. Soms kun je beter een paar mijl omvaren. Het sterkste kaap effect is wanneer je aan de lijzijde van een kaap langsvaart (en je harde wind van bovenkant van de berg op zeeniveau krijgt), of wanneer de wind vanaf zee niet helemaal parallel is met de kust (en de wind gelijkmatig moet versnellen langs de rotsen).
Als je ergens voor anker gaat is het helemaal belangrijk om bedacht te zijn op een verandering in weer, windrichting of windsterkte. Het laatste wat je wilt is aan lager wal voor anker liggen. Stel dat je dan je anker niet los krijgt of de motor wil niet starten.
Edwin:
Is er veel vrachtvaart verkeer op zee?
Poorte:
Dat valt erg mee. Bij de straat van Gibraltar (zie boven) is het wel heel druk, daarna wordt het heel snel minder. Langs de Spaanse kust zijn alleen grote havens bij Barcelona, Valencia en een aantal kleinere industrie havens. In Frankrijk is rond Marseille veel vrachtverkeer. Deze worden aangedaan door de grote vrachtschepen. Als je in relatief ondiep water vaart (minder dan 50 meter) ben je de meeste vrachtschepen al kwijt - die varen altijd in diep water, tenzij ze een haven aanlopen.
Hou de vrachtschepen goed in de gaten, jij ziet hen eerder dan zij jou zien. Wij deden steeds peilingen met een verrekijker met ingebouwd kompas - als in 10 minuten tijd de peiling waaronder je het schip ziet aankomen niet verandert heb je een koerskruiser te pakken - mogelijk lig je op ramkoers. Wordt de kompaspeiling minder of meer, dan gaat het schip ruim achter of voor je langs.
Mocht je twijfels hebben, roep het schip dan op met marifoon en vraag of ze 2 graden koers willen wijzigen - dan is de kans op aanvaring zo verdwenen. De meeste bemanningen zijn zeer welwillend en vinden een praatje met een zeiljacht best leuk.
Sommige zeilers zweren bij AIS - een systeem dat werkt via de marifoon waarbij je op je computer scherm de andere schepen in een straal van ongeveer 10-20 kilometer kunt zien varen met scheepsnaam, koers en snelheid. Met AIS wordt automatisch zichtbaar gemaakt waar een mogelijke aanvaring dreigt. Uiteindelijk hebben we ervoor gekozen dat niet te laten installeren. Los van de fikse prijs van AIS, kun je in de valkuil vallen dat je alleen op je AIS scherm kijkt, en niet meer zelf een inschatting maakt van of er een koerskruiser is. De routine met de verrekijker is bovendien heel leuk om te doen, houdt de bemanning bezig en bovendien krijg je zo ook vaker een toevalstreffer bij het spotten van dolfijnen of ander zeeleven.
Als je besluit uit te wijken voor een vrachtschip, neem dan een drastische koerswijziging (meer dan 40 graden afwijken van de vorige koers) zodat duidelijk is voor het andere schip dat je een koerswijziging doet om een mogelijke aanvaring te voorkomen. Wacht niet met een koerswijziging tot het allerlaatste moment, uitwijken op tien minuten voor je elkaar zou ontmoeten is een mooie richttijd.
Edwin:
En zijn er nog andere schepen?
Poorte:
Vissersschepen kom je overal tegen. Als ze langzaam varen zijn ze aan het vissen - geef ze dan alle ruimte. Varen ze snel naar de kust dan lopen ze waarschijnlijk een haven aan. Als je probeert diezelfde haven in de avondschemering aan te doen, volg dan het vissersschip - hij brengt je precies naar de goede invaart van de haven.
Edwin:
En zijn er nog andere schepen?
Poorte:
Natuurlijk: zeilschepen zie je veel (gangbare maten zijn 10 tot 30 meter). Veel kleine motorbootjes van amateur-vissers - die blijven vaak in de buurt van de haven en binnen 3 mijl van de kust. Als ze het druk hebben met een vis binnenhalen zien zij jou niet, wijk daarom maar gewoon uit ook al heeft een zeilend schip voorrang op een motorboot (met een amateur-visser).
Edwin:
Poeh … dat is erg veel om rekening mee te houden. Kunt u dat herhalen?
Poorte:
Het staat in deze blog. U kunt het dus net zo vaak nalezen als u wilt. En anders print u het uit.
Edwin:
Ik dank u voor dit leerzame interview.
Poorte:
Geen dank - al doende leert men.
Reactie plaatsen
Reacties