Oceanografisch Museum van Monaco

Gepubliceerd op 4 februari 2020 om 20:44

Wie vanaf de rots van Monaco om zich heen kijkt ziet vooral zee. Een prachtig uitzicht op de azuur-blauwe zee.

 

Prins Albert I van Monaco (1848- 1922) kende dat uitzicht als geen ander. Hij zag, als een van de eersten ter wereld, dat de oceaan een schat aan leven bevat die onderzocht en beschermd dient te worden. En hij beschikte over de positie en de middelen om deze fascinatie om te zetten in ver-reikende daden. 

 

Als jonge man trad prins Albert in dienst bij de Spaanse marine, en diende tijdens de Frans-Duitse Oorlog bij de Franse marine. Op 22-jarige leeftijd kreeg hij interesse in de relatief jonge wetenschap van de oceanografie. Na een aantal jaren van studie ontwikkelde hij verschillende meetinstrumenten, onderzoekstechnieken en kaarten.

 

Zijn geestdrift voor de oceaan was zo groot dat hij zelf op expeditie ging. Een prins die actief was als oceanograaf! Ook schreef hij er in 1902 een boek over: La carrière d'un navigateur.

 

De fascinatie voor de zee heeft prins Albert I van Monaco in 1906 (hij was toen 58 jaar oud) geïnspireerd voor het oprichten van het Oceanografisch Instituut van Monaco, en vier jaar later, het Oceanografisch Museum van Monaco. Dat was een buitengewoon goed idee - zijn fascinatie wordt nu overgedragen aan telkens weer nieuwe generaties van volwassenen en kinderen die het museum bezoeken. 

Dit museum werd gebouwd in Monaco op een prachtige plek, met uitzicht op de zee, naast een prachtige botanische tuin en vlak bij de kathedraal van Monaco.

 

Jaques Ives Cousteau is dik 30 jaar directeur geweest van het Oceanografisch Museum. Deze Fransman was bekend geworden met zijn expedities op zee met zijn schip de Calypso, en heeft veel goeds gedaan voor het museum. Hij had dezelfde fascinatie als Prins Albert I van Monaco.

 

In mijn jeugd kwamen de documentaires van Cousteau regelmatig op de Nederlandse televisie - en die boeiden mij enorm. Hij kwam op heel veel plaatsen in de wereld en ging overal duiken op zoek naar leven in de zee en sporen van oude scheepvaart. Op de Amazone in Brazilië, in het ijs bij Antarctica. En overal die markante Cousteau met zijn onafscheidelijke rode mutsje. Ik denk dat mijn fascinatie voor de zee begonnen is met de documentaires van Cousteau (en natuurlijk ook met de avonturen van kapitein Haddock samen met Kuifje).

 

Maar het gaat in dit museum niet over mensen - alle ruimte is er voor het zeeleven.  Er is een groot aquarium met heel veel tropische vissen en ook diverse soorten haaien, en grote schildpadden. Alles kun je op je gemak bekijken - zonder al het gedoe van zelf moeten duiken.

 

Ook is er een zaal met de skeletten van heel veel zeezoogdieren, waaronder die van een Blauwe Vinvis.

Enorm, die Blauwe Vinvis. Je krijgt een idee van de schaal door naar Laurens Hendrik en Sjouke Luke te kijken die aan weerszijden van de Blauwe Vinvis op de balustrade staan.

Hier staat Marttje achter het skelet van een potvis. Echt groot, een potvis. En dan te bedenken dat een potvis naar ongeveer 1000 (!) meter diep water duikt om daar te jagen op ook al zo reusachtige pijlstaartinktvissen.

 

Op de foto van Marttje met de Potvis zie je ook de lange rechte slagtand van een Narwal.

Het was voor mij heel bijzonder al deze skeletten bij elkaar te zien. Het geeft je de mogelijkheid de grootte van deze enorme dieren te bevatten. 

Als je goed naar de skeletten van de walvisachtigen kijkt zie je de overeenkomsten tussen de soorten onderling: overal dezelfde soort ruggengraat, dezelfde boog in de rug, dezelfde arm en hand beenderen in de borstvin. Eigenlijk alleen de schedel is wezenlijk verschillend.

 

In het museum is ook een replica van een duikboot uit 1776 van David Bushnell. Laurens Hendrik laat hier zien hoe je ermee kunt varen.

 

Het museum straalt grandeur uit - alles is mooi.

Nog altijd is de Prins Albert I foundation actief met financieel steunen van allerlei wetenschappelijk onderzoek op gebied van oceanografie. Een gezonde zee is van levensbelang voor onze planeet. Maar met de toenemende vervuiling van de zee is het urgent en belangrijk geworden daar wat aan te doen.  In Toulon zagen we een voorbeeld van een project gesponsord door de Pins Albert I stichting: een drone schip. 

 

Daar hebben we eerder een blog over geschreven:

https://www.g-w-r.eu/blog/382915_zeilende-robot

 

Ik wens dat, in navolging van Prins Albert I van Monaco, Koning Willem Alexander eveneens een blijvend stempel kan drukken op een thema dat voor de wereld van levensbelang is: water management voor een gezonde zee.  

Edwin


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.