Twee replica's onder zeil. Voor Sao Victoria, achter El Galeon de Andalucia (zie aparte foto presentaties in Galerij)
Het is nog donker als de wekker gaat. Eerst op windy.com kijken. Kan het of kan het niet? Het kan, besluit Edwin. Met ruime wind rond de kaap, dan in de luwte langs de landengte naast Mar Menor met halve wind naar Torrevieja, dik 40 mijl. Verwachting 20 knopen west/zuidwest, in vlagen mogelijk 35 knopen.
Met hulp van een Marinero (iemand van de haven die help met los en vastmaken) gaan we los, ondanks 15 knopen dwarswind gaat het heel soepel. In de luwte van de haven en de rotsen rondom halen we de landvasten en stootwillen binnen. Ook zetten we de genua, voorzichtigheidshalve maar voor 30%, klein genoeg voor windstoten van 35 knopen.
Dan varen we met motor en het voorzeil door het havenhoofd naar het oosten. Hier staat eerst een zuidenwind, door de vorm van de rotsen is de windrichting 45 graden ongunstiger dan verwacht. Ook zijn de golven een heksenketel - de deining kaatst tegen een harde golfbreker van de industriehaven en golven komen daardoor van beide kanten - de Bleu Magenta er middenin. Aan de wind, met de motor flink aan, maken we goed hoogte en snelheid, maar we krijgen ook veel buiswater over - Edwin krijgt achter het roer de volle laag. Onder deze omstandigheden geen automatische piloot - het roer blijft vast in handen. De lippen proeven zout.
Dan gaat het toch wel erg scheef en krijgen we een flinke golf tegen de buiskap. Moeten we omkeren? Gaan we door? Reven?
In een flits ziet Edwin dat er iets mis is met de Genua - helemaal inrollen dus. Zo gezegd, zo gedaan, Maaike Grytsje laat zien dat ze een power girl is en geeft al haar kracht om zo snel mogelijk de genua in te rollen, terwijl Sjouke Lute de fokkenschoot in bedwang houdt. Bij inspectie bij windstilte een dag later blijkt dat er een scheur het oppervlakte doek van de Genua zit. Het zeil is gemaakt uit een laag wapening middenin, en aan weerszijden een toplaag die beschermt tegen UV - één van deze buitenste lagen is beschadigd. Hopelijk is dit te repareren.
Met de genua volledig ingerold, hebben we geen druk meer in het zeil, en zijn we daarom overgeleverd aan de golven. Als een rubberen eend met dieselmotor deinen we met elke golf op en neer. Wat nu? Terug de heksenketel in is geen goed idee - we zijn er net doorheen. Dan proberen we op de motor een ruimere koers te varen - dat is nu mogelijk door dat we om de industrie haven heen zijn - dit gaat goed en het schip slingert en stampt veel minder - dat is veel rustiger. De zucht van verlichting is hoorbaar.
Nog steeds stuurt Edwin met de hand. Dat geeft het meeste comfort, omdat je op de golven kunt anticiperen door steeds iets tegen te sturen. Wel is hij behoorlijk nat geworden - maar de felle zon en wind drogen het redelijk snel. Even later krijgt hij droge sokken en droge laarzen aangereikt - dat is fijn.
De koffie slaan we over en gaan direct door met chocola - voedzaam en een endorfine-boost. Dan komt van de andere kant een coaster die ons op 300 meter passeert. Hij gaat pal tegen de golven in, wij met de golven mee. Het buiswater bij de coaster is enorm - het spat hoog boven de boeg op. Verbazingwekkend genoeg merken we niets van een hekgolf van dit schip - is kennelijk verloren gegaan in de omringende deining.
Aan boord is de stemming nog gespannen - de golven zijn nog hoog, al zijn ze nu veel regelmatiger en langer dan in het begin. Maar wie vanuit de cockpit naar achteren kijkt ziet elke 10 seconden een golf op ons af komen die het eerst het achterschip optilt en dan onder ons door glijdt en dan het voorschip optilt. Onder deze omstandigheden bewijst de Bleu Magenta dat de rompvorm goed gekozen is - de golven laten het schip nauwelijks slingeren en overmatig stampen is ook afwezig. Ik vraag me af hoe dat gaat met een schip met een veel breder en platter achterschip, zoals je tegenwoordig veel in de havens ziet liggen. Maar de golven van achter zijn voor ons geen probleem - we krijgen plat voor de wind varend geen enkel buiswater van achteren.
Als we de kaap willen ronden, moeten we een tijd lang met nog steeds grote golven een koers varen met golven van schuin van achteren. Hierbij slingeren we wel, en soms waait er wat spatten water de cockpit in. Sjouke Lute pakt de deurtjes en sluit de salon af met ook het schuifluik dicht. Het laatste wat we van hem zien is een grote grijns door de transparante deurtjes - hij zit nu droog binnen en bemant de navigatie - zijn taak is om ons veilig langs de rotsen te loodsen. Dat doen we zeker, we hebben nooit minder dan 75 meter water onder de kiel.
Na twintig minuten rollen worden de golven lager, de rotsen rond de kaap hebben de meeste energie uit de golven weggehaald. Dan kunnen we pal noord varen, zo snel mogelijk naar rustiger omstandigheden. Nog iets verder sturen we noordwest, richting Mar Menor, waar we luwte van de wind verwachten, en waar de golfslag veel minder moet zijn omdat we dan aan hogerwal zitten.
De wind gaat terug naar 20 knopen, de golven doen nu denken aan die op de Friese meren bij windkracht 5. Als de motor wat vreemd geluid maakt besluiten we een gereefd grootzeil te zetten om de motor rust te gunnen. Daarmee zeilt het heerlijk.
Nog verder zakt de wind naar 15 knopen om uiteindelijk rond 10 knopen te stabiliseren. Al deze tijd is de lucht stralend blauw geweest.
We varen een paar mijl ten oosten van de binnenzee Mar Menor, die door een landengte van de Middellandse zee gescheiden is. Hier is veel hoogbouw te zien, de eerste sinds Cartagena. Ook zien we visserij activiteiten, in grote stellages met netten eroverheen in een gebied dat met gele boeien afgebakend is. Hier moeten we buiten blijven, en varen daardoor wat verder van het land af.
Dan komt de eindhalte in zicht, de haven van Torrevieja - deze hebben we uitgezocht omdat hij uitstekende beschutting biedt - mocht de wind weer toenemen. Maar het is nu nog maar windkracht 3.
Dan, met nog 2 mijl te gaan, neemt Edwin de verrekijker om de haven hoofden te bekijken - en hij ziet iets vreemds. Vanaf kleine golven (de maat de je verwacht bij windkracht drie) worden overal druppels van de golftoppen afgeblazen - een verschijnsel dat je past bij windkracht 7 verwacht. Het is nog 500 meter bij ons vandaan. Direct grootzeil inrollen! De crew van de Bleu Magenta springt in actie en twee minuten later is de klus geklaard. De wind is in die tijd al toegenomen tot 20 knopen, maar dat deert niet meer. Nog een paar minuten later piekt de wind op 34 knopen: een volle windkracht 7.
We lachen erom - want alleen onze mast vangt wind en golven zijn er bijna niet, we varen immers aan hogerwal. We zijn trots op onszelf dat we dit probleem aan zagen komen en tijdig hebben ingegrepen.
Dan nog even de haven invaren. Er staat nu 25 knopen wind, en dat is niet prettig. Na overleg op marifoonkanaal 9 met de havenmeester worden we naar de C pier gedirigeerd. Daar moet Edwin achteruit inparkeren tussen twee andere schepen in. Maar de wind is te sterk, Edwin krijgt het schip niet tegen de wind in gedraaid omdat er geen ruimte is voor een volledige draai. Wat nu? De marino ziet het met angstige ogen aan en besluit om ons terug te sturen naar buiten de haven waar we aan de kade bij de dieseltank installatie kunnen aanleggen.
Het lukt om de haven achteruit varend weer te verlaten - dat gaat verrassend makkelijk, omdat de harde wind nu helpt het achterschip recht in de wind te houden. Dan nog een extra U bocht om de ligplaats goed aan te lopen - de kade is aan lagerwal, dus daar komen is geen probleem - wel moeten alle stootwillen goed geplaatst zijn - en dat zijn ze!
Dan snel de touwen vast - en klaar is kees. We wilden toch nog tanken en dat kan hier. Het blijft flink waaien en ik vraag of we hier vannacht mogen blijven liggen - nee, helaas. Dat is tegen politie voorschrift, brandgevaarlijk. We mogen wel wachten met de boot verleggen tot de wind is geluwd.
Eerst is het tijd om te evalueren. Hadden we wel moeten varen vandaag? Hoe voorkomen we in de toekomst de problematiek van vandaag? Hier hadden we geen kaas van gegeten. Na een stevige discussie besluiten we nieuwe regels in te voeren. Voor vertrek heeft elk bemanningslid het recht een veto uit te spreken - niet varen wegens te harde wind of te hoge golven (maar alleen wanneer dit is op basis van betrouwbaar geachte weergegevens). Een dergelijk veto zal zonder discussie worden geaccepteerd door allen. Na vertrek geld het principe van goed zeemanschap - hierbij beslist de kapitein welke maatregelen en navigatie gevolgd moeten worden om het schip en bemanning weer veilig in een haven te komen.
Tijd voor ontspanning. Dat doet ieder op eigen manier. Laurens Hendrik en Edwin nemen een kijkje bij twee driemasters die pal naast onze haven liggen - replica’s van historische schepen (zie de foto reportages in de Galerij - Nao Victoria en El Galeon Andalucia).
Om 2015 is het donker, hebben we het avondeten op en is de wind afgenomen tot windkracht 3. Nu is het veel gemakkelijker om de ligplaats aan de C kade aan te lopen. In het donker zetten we de navigatie lichten aan, doen hoofdlampen op en doen de procedure heel rustig aan. Dat gaat prima. We oogsten zelfs bewonderende opmerkingen van de boot naast ons, waar een aantal Engelse heren onze manoeuvres gadeslaan en zo vriendelijk zijn een heklijn aan te nemen en aan land te brengen. Dan nog de boeg vastmaken aan een anker touw, dat zoals in veel havens hier in de bodem is verankerd aan een groot blok beton - met een dunne gidslijn vanaf de kade kun je het dikke ankertouw boven water halen en aan de boeg vast maken. Sjouke Lute en Edwin moeten even flink sjorren, maar dan is ook dat voor elkaar. We liggen prima.
Nu nog even stroom aansluiten … o, jee, een 5-polige stekker. Die hebben we niet. Veel later op de avond krijgen we eindelijk het leen exemplaar van de haven, voor de luttele borgsom van 100 euro (precies het bedrag wat Edwin nog in zijn beurs heeft - dat is mazzel hebben).
Het dek is nog helemaal zout - van het in wind en zon opgedroogde zeewater. Maar dat is van later zorg, als het weer licht wordt en we hebben water, dan spoelen we dat zo weg.
Dan is het avond geweest en komt het ochtendlicht - een nieuwe dag.
Zo veel wind als er gisteren was, zo weinig is er nu. Dat geeft de gelegenheid om de genua uit te rollen en de schade op te nemen. Conclusie: moet gerepareerd worden door een zeilmaker - maar lijkt goed te doen. We kunnen vandaag gemakkelijk naar Alicante, waar ooit de Volvo Ocean Race een etappe plaats had, in deze zeil-hotspot zullen we wel een passende oplossing kunnen vinden, verwachten we.
Zo gezegd zo gedaan. De wind is nog steeds erg zwak als we weg willen, en daarom mag Sjouke Lute de wegsturen. Dat doet hij helemaal goed! Het “you are doing a great job” compliment van onze Engelse buren incasseert hij met een glimlach en stuurt ons behendig de haven uit.
Dan is er een ZSM situatie (Zo Spoedig Mogelijk). Sjouke Lute ziet het direct, en weet ook wat te doen. Er is een roeibootje wat net buiten de jachthaven langsvaart. Roeiboot is Spierkracht (de S in ZSM), en heeft daarom voorrang op Motorboot (de M in ZSM). Wij moeten dus uitwijken en doen dat door achter de roeiboot langs met een grote boog om de roeiboot heen te varen en ze dan in te halen. “You can do it” moedigt Marttje de roeier nog maar wat aan. De Spanjaard begrijpt het en lacht breeduit.
Dan varen we de haven uit de zee op die vrijwel spiegelglad is. Er zijn wat bootjes van amateur vissers en een zeiljacht waarvan de zeilen slap hangen - een boeggolf is niet te zien. Tijd voor koffie met wat lekkers.
Een half uurtje later komt er een beetje wind - er komen windvlaagjes op het water. Dan zetten we grootzeil bij, kunnen gas terug nemen en blijven 5 knopen varen. Nog een uurtje later kan de motor helemaal uit. En dan glijden we liefelijk, als op een zondagmiddag op de Friese meren over de zee, die gisteren nog woest en ruig was, maar vandaag kalm en vreedzaam.
Deze dag biedt veel gelegenheid voor het maken van huiswerk - en dat doen we. Laurens Hendrik oefent met sommen als 50 keer 17, Sjouke Lute en Edwin bespreken een wiskunde toets met lineaire vergelijkingen en meetkunde sommen, Maaike Grytsje werkt aan haar Spaans en een aantal andere vakken.
Dan komt Alicante in zicht. Laurens Hendrik beleeft nog een o-shit momentje als hij een vliegtuig boven ons ziet langsvliegen (het toestel is aan het landen op de vliegveld van Alicante en komt recht over onze boot heen). Het is onmogelijk te zeggen hoe dichtbij het is - onze intuïtie is hierop te weinig getraind door gebrek aan ervaring, daarom schrikt Laurens Hendrik. Natuurlijk is het vliegtuig nog flink meer dan tweehonderd meter hoog, en is er geen gevaar voor ons, maar een gebulder is het zeker.
In de haven leggen we aan bij de wachtsteiger. Jose, de marinero, wijst ons een plaats aan, waar we wederom achteruit moeten inparkeren. Jose geeft nuttige aanwijzingen over hoe dit het best gedaan kan worden - in het ruime water het schip met de kont in de wind draaien en dan achteruit een dubbele S bocht draaien. Dat werkt prima, oefening baart kunst.
Bij de incheck in de haven vraagt Edwin om een zeilmaker - die is er. Na telefonisch overleg hebben we een afspraak voor inspectie van de genua morgen bij ons aan boord - er is zicht op een oplossing.
Dan nog eten en een potje thee, een potje rummicup en een potje pesten. We hebben zo vaak tien-wasmasjien dat Maaike Grytsje er de slappe lach van krijgt.
Edwin
Reactie plaatsen
Reacties