Foto boven: De Bleu Magenta vaart de baai van Gibraltar in. De rots op de achtergrond is Gibraltar gezien vanuit het westen. Aan deze kant is de haven en alle gebouwen. De noordoostkant is een hele steile rots, die bijna verticaal eindigt in zee. Het bizarre van deze rots is dat hij de enige is in de omtrek. Pas 7 kilometer verderop zijn weer rotsachtige heuvels. De baai van Gibraltar is ook bijzonder diep: meer dan 150 meter, en daardoor zeer geschikt als ankerplaats voor zeeschepen.
Foto beneden: De rots van Gibraltar gezien uit het noordwesten. Pal ten noorden van de rots is het land vlak, hier is een vliegveld (links op de foto).
Gisteravond gingen we slapen terwijl we voor anker lagen, aan een meerboei, in de baai van Sankti Petri, een stukje ten zuiden van Cadiz. Bij de invallende duisternis begon het hard te regenen en hoorden we twee donderslagen. De nacht was onrustig door wind, golven en de getij stroom die sterk is in deze baai. Daardoor draait het schip ten opzichte van de wind, waardoor golven steeds anders aangrijpen.
Op een gegeven moment horen we een laag geluid dat langzaam aanzwelt en weer minder wordt. Het klinkt spookachtig. Het komt van het voordek. Op het achterdek is bijna niets te horen, maar vanuit de voorhut van Edwin en Marttje des te meer. Wat is dat? Wie het weet mag het zeggen (1).
Ee paar uur later horen we een wel heel merkwaardig geluid, alsof een metalen klankkast staat te loeien. Een motor is het niet, dat klinkt anders. Is het een schip? Niets te zien. Dan loopt Edwin naar de cockpit en voelt aan de giek. Die trilt. Dan voelt hij aan de kraanlijn die strak gespannen staat omdat we grootschoot goed doorgehaald hebben. De kraanlijn (het touw dat loopt van van de punt van de giek naar de top van de mast), heeft een staande golf. Kennelijk wordt deze snaar aangeslagen door de wind en ontstaat bij precies deze omstandigheden een vorm van resonantie : een staande golf in de kraanlijn met de giek als klankkast. We hebben een nieuw muziekinstrument aan boord - een soort aerofoon. Het is midden in de nacht plus hoogst irritant en daarom haalt Edwin de spanning van de grootschoot en direct is het geluid verdwenen.
Eerder had ons spinnaker val al het bekende kleng-kleng-kleng geluid gemaakt (een strak gespannen val in voldoende wind gaat tegen de mast slaan, met dit geluid tot gevolg). Om daarvan af te komen hebben we het val vastgebonden op zodanige manier dat het vrij blijft van de mast.
Dan gaat de wekker, we willen het nauwe vaarwater van Sankti Petri graag bij hoogwater verlaten, te meer omdat er dan geen hinderlijke stroom staat. Door een gelukkig toeval is de timing vandaag perfect, hoogwater en zonsopkomst zijn vrijwel gelijktijdig en daarom kunnen we heel vroeg weg.
Los komen van de meerboei blijkt een peuleschil. We varen in de ochtendschemering tussen ongeveer 50 aan boeien gemeerde boten en komen dan langs de jachthaven die ons gisteren een plaats weigerde. Enigszins verontwaardigd stellen we vast dat er afgelopen nacht minimaal 4 plekken aan een steiger waren waar we hadden kunnen aanleggen. We kunnen niet anders concluderen dan dat ze ons gewoon niet wilden hebben. Toch hebben we waarschijnlijk nog geboft, hier in de jachthaven staat meer deining van zee dan wij diep in de baai hadden.
Dan moeten we nog door het nauwe kanaal met een paar abrupte bochten naar zee. Aan de westkant ligt het fort van Sankt Petri, op een rots in zee, met een richel van rotsen waar de branding op stukslaat - brrr, daar moeten we zeker niet varen. Aan de land kant, de oost kant, is het buiten de vaargeul ook erg ondiep, zien we aan rotsen die boven water uitsteken. Uiteindelijk is het ondiepste punt, bij hoogwater, ongeveer 4.5 meter diep, ofwel 2.5 meter onder onze kiel. Goed dat we zo vroeg zijn vertrokken.
We hebben nu ook de ebstroom mee en zetten met motor koers naar Gibraltar. Na een half uur hebben we alle ondiepte gevaren gehad en hijsen de zeilen. De wind komt uit richting 314 graden (Pi !) en we houden de motor langzaam bij om 8 knopen te kunnen lopen, want we moeten flink wat mijlen afleggen naar Gibraltar.
Dan kijken we op de snelheidsmeter en zien we dat op mysterieuze wijze de eenheden niet meer kloppen: MPH (miles per hour, snelheid in Engelse land eenheden). Dat zijn geen zeemijlen, maar landmijlen. Met het Raymarine instructie boek proberen we de instelling weer te corrigeren, maar dat lukt niet, dus maakt Edwin een grafiek op millimeter papier waar we de snelheid in MPH kunnen omrekenen naar knopen.
Engelse eenheden. Het zal wel te maken hebben met Cabo Trafalgar wat we nu in het vizier hebben. Hier is in 1805 een grote zeeslag geweest tussen de Engelse vloot en de combinatie Spanje-Frankrijk die in het tijdperk Napoleon om de hegemonie op zee vochten. Dankzij de tactisch goed voorbereidende werk van Admiraal Nelson, wonnen de Engelsen de slag en bleven de volgende 100 jaar heer en meester op de zeeën. Wel kwam Nelson om het leven. Op het campagne dek van de HMS Victory werd hij geraakt door een musket kogel afgeschoten door een Fransman die vanuit de mast de Admiraal in het vizier had gekregen. Goed gezien en goed gemikt.
In het boek Empire of the Seas van Brian Lavery wat ik deze dagen aan het lezen ben, staat het hele verhaal opgetekend. De slag werd gevierd als een nationale overwinning in Engeland. De zeelieden van de vloot hadden weinig te vieren, ze hadden het hard te verduren door groot verlies aan mensenlevens tijdens de slag en in de storm die er vlak na kwam.
De begrafenis van Nelson was een nationale gebeurtenis; Lavery beschrijft deze als een combinatie van die van Winston Churchill en Lady Di - Nelson was zowel een oorlogsheld als een geliefd persoon. Wie in London op Trafalgar square staat, zal Nelsons Column kunnen zien. Vandaag zien wij Cabo Trafalgar met eigen ogen.
Afrika! Aan de zuidkant ontwaren we ook land - dat moet Afrika zijn. We zien voorlopig allen maar een donkere strook onder de wolken met heuvel toppen, maar er is geen twijfel mogelijk: Marokko.
Ook zien we inmiddels grote vrachtschepen die westwaarts door de Straat van Gibraltar varen, een stuk of 30 hebben we in zicht in een paar uur tijd.
Om 12:55 passeren we 36 graden Noorderbreedte, met de vuurtoren van Tarifa pal oost. Dit is het zuidelijkste wat we lange tijd zullen hebben. Na de Straat van Gibraltar volgen de de Spaanse kust, oostelijker en komen dan weer wat noordelijker.
Het nauwste punt van de straat van Gibraltar, aan de noordkant de vuurtoren van Tarifa, zie foto beneden:
Aan de zuidkant, de bergen van Marokko:
Vanaf Tarifa waait het heerlijk, we zetten alle zeilen bij en klokken 9 knopen. Magistraal varen we Gibraltar binnen.
Bij de baai van Gibraltar zien we hele grote schepen voor anker liggen, en even zo grote schepen de haven in en uit varen. Heel goed oppassen dus. We zoeken een stille hoek van de baai om de zeilen te bergen en varen dan op de motor achter alle grote zeeschepen langs.
We hebben weer een grote mijlpaal bereikt, de Atlantische Oceaan ligt achter ons, we zijn nu op de Middellandse Zee!
Edwin
(1) Voor de natuurkundigen onder u:
Op dat moment is er weinig wind, naar schatting ongeveer 10 knopen (5 m/s) en onze genua is opgerold ongeveer 10 cm dik. Zou dit een vortex straat zijn? Bij gebrek aan frequentie meter moet ik de frequentie op het oor schatten, zeg ongeveer 30 Hz. Dan zou het Strouhal getal ongeveer 30*0.10/5 = 0.6 zijn. Dat zou best eens kunnen kloppen. Een cylinder in een dwars stroming heeft een karakteristiek Strouhal getal van ongeveer 0.2, maar onze Genua staat ongeveer 20 graden scheef, en de meetgegevens zijn onnauwkeurig.
Reactie plaatsen
Reacties