Foto: Cabo de São Vicente (links op de achtergrond) en Punta de Sagres (rechts op de voorgrond)
We pakken de draad op waar de volgende blog ophield.
Het is donderdag 3 oktober 2019. De Bleu Magenta vaart op 3 mijl uit de kust van Portugal een koers 187 graden. De wind is net komen opzetten en waait met 10 knopen uit noordwest (320 graden). We zeilen weer, nadat we vanmorgen urenlang op de motor zijn gevaren. Vandaag ronden we de zuid-westkaap van Europa: Cabo de São Vicente. Ten zuiden van hier is er alleen nog maar Afrika. Ten westen van hier alleen nog Azoren en Amerika.
Met nog 7 mijl te gaan tot de kaap zien we aan de westelijke horizon een driemaster. Het lijkt met verrekijker te zien een beetje op de Batavia, type Spiegel Retourschip. Maar welke vlag?
Zo moeten de bemanningen 3 eeuwen geleden ook gedacht hebben: vriend of vijand?
Een uur later weten we het, we zien een Spaanse vlag. Kennelijk een replica van een Spaans schip uit die tijd. Het vaart met motor, want loopt zo te zien ongeveer 10 knopen zonder zeil.
Dan kijken we naar de kaap: Cabo de São Vicente We zien een imposante rots met daar bovenop een wit huis met een vuurtoren. Het licht staat op 84 meter boven zeeniveau, dus de rots zal een meter of 60 hoog zijn.
We houden een afstand van ongeveer 2 zeemijl tot de rots als we hem passeren. Dat doen we, niet zozeer vanwege de waterdiepte of de golven, maar om de wind. Bij de vorige grote kaap, ten zuiden van Lissabon, nam de wind toe van 12 naar 25 knopen. Dat komt door een aerodynamisch effect wat de wind bundelt in een klein gebied aan de lijzijde van de kaap, waar het dus allesbehalve luw is.
We nemen als verdere voorzorgsmaatregel dat we het grootzeil reven en de genua innemen. Zo kunnen we 40 knopen wind hebben als het zou moeten. Om 14:30 hebben we positie 37 graden Noorderbreedte, en 9 graden Westerlengte, we zijn precies ten zuidwesten van de kaap.
Dan wachten we op de wind ... die niet komt. Een non-event. De wind neemt toe van 9 naar 15 knopen en zakt dan weer terug naar 10 knopen. Dus zetten we met gereefd grootzeil Gerrit maar weer aan om rond de 6 knopen te blijven varen. We willen namelijk wel vanavond voor 1900 in de haven van Lagos zijn; we moeten daar voor sluitingstijd door een brug.
Het uitzicht op de rotsen van Cabo de São Vicente en, direct ernaast, Punta de Sagres is imposant. De deining is hier ongeveer 2 meter hoog - elke 10 seconden ongeveer zien we de golven hoog opspatten. In een holte in de rotsen is het effect echt enorm, de golven spatten ongeveer de helft van de rotshoogte op, dat moet dus rond de dertig meter zijn.
Vanaf Punta de Sagres neemt de wind wel toe, tot ongeveer 20 knopen. We kunnen met halve wind zeilen en varen nu met gereefd grootzeil en 60% van de Genua gemakkelijk 7.5 knopen. Dat gaat lekker.
De kust van de Algarve is prachtig. Overal rotsen, met zeer grillige vormen, soms een klein zandstrand, dan weer een rotsmassief. Bruin, rood, grijs, geel, oker alle tinten komen voor.
Onderweg zien we een zeiljacht dat ter hoogte van Salema op de fok wat heen en weer vaart.
De bemanning verdient een oorlam, wegens de uitzonderlijke prestatie São Vicente gerond te hebben. Wij serveren uiteraard geen alcohol onder het varen, en natuurlijk nooit aan minderjarigen, en zeker niet aan onze kinderen, dus wordt het chips.
We varen een mijl of drie ten zuiden van de kust van de Algarve en merken zo wat hier heel gewoon is: elke middag waait het fors uit een noordelijke richting. Om 1700 zijn we iets ten zuidwesten van de laatste kaap van de dag, Punta de Piedade. Dit is een zeer grillig rotsmassief wat een icoon van de Algarve zou mogen heten - prachtige rotsen, waar je bij goed weer met een rubberboot de grotten in de rotsen zou kunnen bezoeken. Daar kan vandaag geen sprake van zijn, de wind is toegenomen tot 25 knopen en we varen 9.5 knopen met halve wind.
We moeten nog iets naar het zuiden uitwijken vanwege een vissersgebied wat verboden vaarwater is en gaan dan hoog aan de wind met koers 36 graden de baai van Lagos in. Ik kende de naam Lagos al als een grote stad in Nigeria, maar de oorsprong van die naam komt natuurlijk uit Portugal en is de stad waar we nu heen gaan.
We halen de Genua in, varen met alleen gereefd grootzeil 5 knopen aan de wind en halen dan ook het grootzeil binnen. De deining op de Atlantische oceaan kwam uit het noordwesten, en je zou mogen verwachten dat de deining daarom hier helemaal verdwenen is. Maar dat is niet het geval, een lange trage deining werkt zich helemaal tot deze baai en komt dan vanuit het zuidwesten binnen en slaat stuk tegen de rotsen. Dit is een voorbeeld van buiging van golven, een effect dat ooit door Christiaan Huygens is ontdekt.
Ook onze invaart van de haven wordt belaagd - de pier aan de westkant is wit van het opspattend schuim, en rechts is het maar marginaal beter. En in de schamele 15 meter daar tussen in moeten wij proberen veilig de haven aan te lopen.
En zo komt het dat Edwin bijna vol gas geeft en het roer stevig vasthoud met twee handen - ik mik precies midden tussen de twee pieren.
Dit lijkt goed te gaan, wel loopt de diepte snel terug van 15 naar 10, naar 5 meter. En dan op precies het verkeerde moment - ongelukkiger had het niet gekund - komt er een vissersschip uit de haven dat van plan is op hetzelfde moment door de opening te varen. Wij wijken geen duimbreed, we kunnen niet terug, hij kan nog wel wachten (maar doet dat niet). Een paar ademteugen later zijn we erdoor, is de vissersboot ons gepasseerd en zien we nog net links van ons een golf 3 meter hoog opspatten tegen de stenen van de pier - we zijn in Lagos.
Dan is er nog welgeteld 1 plek in de haven, November 1, waar we mogen liggen. De aanleg is lastig, windkracht 6 scheef op de kont, maar de aanleg lukt prima vanwege een uitstekende midden-bolder-spring actie van Sjouke Lute, een goed geworpen heklijn van Laurens Hendrik en een uitstekende vrije vrouw op het voordek (Maaike Grytsje), die eigenlijk overbodig bleek omdat we 1.5 meter vrij blijven van de gevreesde vingersteiger aan de lijzijde. Marttje gooit als laatste het stuurboord voortouw op de steiger en we liggen vast. Perfecte manoeuvre.
Op de kade werd er naar ons gezwaaid, de sympathieke crew van de Walter, die we in Muxia en Ria de Arousa hebben ontmoet, waren hier en hadden de laatste ligplaats van de haven voor ons gereserveerd. Fantastisch.
Dan snel pølse-med-lomper (*) eten en op bed - het was een lange dag van 0530 tot 2200.
Edwin
(*) Wie deze Noorse delicatesse nog niet kent, kijk maar eens op:
https://no.wikipedia.org/wiki/Pølse_i_lompe
Naschrift:
En dag later moeten we verkassen. Plek N1 is verhuurd aan een Engels schip dat nu aan de kade ligt en wacht op ons vertrek. Een andere boot, een Zwitser, zal weggaan. Op die plek wachten wij. En zo staan we een paar uur lang op hot-standby - met zwemvest aan en de lijnen al klaargemaakt voor vertrek liggen we te wachter op het sein trossen los van de Frederika uit Zwitserland. De Engelsmannen (echte gentlemen) waren al even poolshoogte komen nemen bij N1 en knopen een leuk gesprek aan. Edwin wisselt telefoon nummers uit met de eigenaar, James.
En dan plotseling gebeurt het. Laurens Hendrik signaleert beweging bij het voortouw van de Frederika, dan klinkt het sein alle hands-on-deck bij de Bleu Magenta, Edwin belt met James en zegt "je kunt nu komen", we gaan los met een dubbele spruit scheef tegen de harde wind achteruit, we varen door de haven, komen halverwege de Engelse Oyster bemanning tegen, en leggen dan in box O2 achteruit inparkerend aan. En dat alles in 7 minuut 48 seconden.
Dan loopt Edwin nog even naar de Engelsman om te verontschuldigen dat het zolang duurde, maar die excuses zijn niet nodig - 5 minuten later zit hij met de voltallige bemanning van de Raiatea aan een glas prima whiskey. Zo verbroedert zeilen de naties van deze wereld. Zij hebben gisteren Cabo de São Vicente in het donker gerond, en zijn voor anker gegaan net na Punta de Sagres, omdat Lagos in het donker niet veilig aan te lopen is. Dat wil je liever doen bij hoog water in het volle daglicht.
Reactie plaatsen
Reacties